Sommige cowboy films laten een beeld zien van de prairie, waar restanten van planten over de grond rollen, voortgestuwd door de wind. Daar moest ik onderweg naar Ulaan Baatar toch even aan denken, toen de wind toenam en her en der kleine tornado's van omhoog gezogen zand zich over het land verplaatste. Helaas heb ik er geen foto van kunnen maken, maar onderweg kwamen we op een gegeven moment zelf ook in zo'n kleine windhoos terecht. Je weet niet wat je mee maakt. Het hoort bij het ruige land Mongolië, waar het in een voorjaarsmaand vier jaargetijden op een dag kan laten zien. Dat maken wij nu ook mee, want vanmorgen bij Turtlerock, scheen de zon, was het windstil en de hemel strakblauw. Je voelde niet eens dat het gevroren had.
We dronken nog even thee bij onze gastvrouw en gingen op weg naar Djenghis Kahn. In het gebied waar Djenghis is geboren, is een aantal jaar geleden een reusachtig beeld van hem opgericht. 40 meter hoog zit hij daar op zijn paard. Via de staart kom je bovenop het beeld en kan je de wijde omgeving bewonderen. Want bewonderen, blijft het. Djenghis is als koning van de mongolen nog steeds de nationale volksheld, zoveel jaren na zijn dynastie. Een man van het volk, een soort 'burgerking'.
Vanaf deze plek nemen we afscheid van het traditionele en 'buiten' Mongolië. We hebben een dag of 6 als echte "die-hards" kou, wind en het ruige land doorstaan en als ik dit zo opschrijf, realiseer ik me dat overdrijven ook een kunst is. We hebben genoten, maar zijn ook blij dat we nu even naar Ulaan Baatar kunnen, in een gewoon bed kunnen slapen en misschien wel het allerbelangrijkst gewoon een douche of bad kunnen nemen.
Rond een uur of een, na een uitgebreide Koreaanse lunch, zijn we bij het hotel. We nemen afscheid van onze gids en de chauffeur en veranderen de hotelkamer binnen 5 minuten in een slagveld, met open koffers, rugzakken en alle zooi die we die we in de afgelopen week verzameld hebben. De douche is heerlijk, het water richting afvoerputje zwart. Scheren is ook een verademing.
We waren al toeristen, maar na de opfrisbeurt zijn we het helemaal. Met het fototoestel op de buik, wandelen we door Ulaan Baatar. Het is best warm (een graad of 15 in de zon), het is druk en tussen de moderne gebouwen en winkels ontdekken we ook de vergane glorie van de oude stad en krijgen we iets mee van het rijke verleden. We genieten van het leven op het grote centrale plein voor het centraal museum, waar studenten ons in hartvorm welkom heten, waar spellen worden gedaan en waar een ieder van de lente zon geniet.
Tussen de auto's en autodampen door bereiken we iedere keer levend de overkant van de straat, we bezoeken een museum en ontdekken nog wat moderne kunst, waar Bertus helemaal gek van is. De agenten op straat kunnen niet van het zonnetje genieten: ze regelen het verkeer (volgens mij wordt de chaos alleen maar groter) en fluiten en zwaaien zich helemaal ongans. En wij.... wij genieten van de moderne stad, zijn even helemaal klaar met al die oosterse en onbegrijpelijke menu's en halen (ook omdat we na de uitgebreide lunch nog steeds aardig vol zitten) een hamburger, een Pepsi cola en wat frites bij de Burgerking! Best lekker en het is weer eens wat anders....
Reactie schrijven