· 

Zadelpijn

Het familiehuisje in Epe staat eigenlijk tegen de rand van het Landgoed Tongeren. Je voelt je vrij als je er bent en dat voelen de beesten zich ook. Dagelijks bezoekt een ree (met zijn gezin) ons terrein. Als klein kind was het altijd een feest om vanachter het raam van het huisje naar de eekhoorntjes te kijken en te aanschouwen hoe zij de zorgvuldig aan een touwtje geregen pel-pinda’s van hun schil wisten te ontdoen, op zoek naar de felbegeerde inhoud. Rond het huisje was het altijd een strijd tussen de vlaamse gaaien en de eekhoorntjes. De gaaien wonnen eigenlijk altijd, tot ergernis van mijn vader die zich daar erg over op kon winden. Deze zomer (vandaag registreren we de tweede hittegolf van dit jaar: ze vallen alletwee in onze “Epe-periode”, overigens) geen eekhoorntjes. Ik weet niet of ze verdampt zijn, maar…. we zien ze nergens. De reeën familie is echter een welkom alternatief. Bijzonder hoe dicht bij ze komen.

In de avond maken we korte fietstochten en wandelingen achter ons huisje in de bossen op landgoed Welna en landgoed Tongeren. Gisteren zagen Sara, Irene en ik 6 prachtige grote edelherten met groot gewei. Indrukwekkend, hoe die beesten met dat kolossale gewei over de hei denderen en zich het bos in storten zonder vast te raken in de takken. Vol ontzag volgen we hun sprongen door de struiken. De herten zijn nog niet verdwenen of de zwijnen dienen zich aan. Ze zijn schuw in deze periode. Het komt ongetwijfeld door de jagers die zich door het bos begeven. Toch genieten we van de kleine gestreepte varkentjes en het reusachtige zwijn dat blijkbaar voor de bewaking moet zorgdragen. We zijn op vakantie, het is los van het geritsel in de struiken stil in het bos (je komt geen toerist tegen) en we genieten van de natuur in deze prachtige omgeving.

Dat was gisteren. Vandaag was het fietsen geblazen. Terwijl de temperatuur al vroeg in de ochtend op loopt richting de 30 graden, bestijgen Irene en ik ons stalen ros. Onze dochters zien af van deelname. De strijd is wellicht ook wat ongelijk. Wij op onze E-bikes en zij op de oude afgetrapte vehikels de berg op richting ’t Harde. De Wolberg is zelfs met een E-bike bij deze hitte nog een uitdaging. Irene en ik fietsen door de bossen naar deze puist in het landschap en halen op weg naar beneden een snelheid van bijna 50 kilometer per uur. Je voelt je vrij terwijl de bomen aan je voorbij vliegen: de wind in je haren (je snapt dat dit voor mij een beetje fantasie is) en het gemak waarmee we ons voort bewegen. Echt heerlijk.

We zijn dan ook al snel in ’t Harde waar we rechtsaf slaan. We willen toch nog een kijkje nemen in Oldebroek. Daar is mijn grootvader geboren en daar ligt een deel van mijn familiegeschiedenis. Eigenlijk is de dorpsstraat van Oldebroek niet zo bijzonder. Het is een drukke weg, waar veel vrachtverkeer over heen scheurt en heel veel tractoren natuurlijk. Toch is het bijzonder om er te rijden. We struikelen er over de kerkgebouwen. Waarschijnlijk heeft elke Oldebroekenaar zijn eigen kerkje opgericht in het verleden.

De omgeving van het dorp is indrukwekkend. Prachtige boerderijen, mooie landerijen, wegen met sierlijke bomen en overal de stilte (die Dorpstraat dan buiten beschouwing latend). Bijzonder om je te realiseren dat je grootvader en zijn voorouders hier op hun klompen rond hebben gelopen. Een gek idee. We bezoeken de oude begraafplaats en vinden de grafstenen van mijn overgrootvader en zijn vrouw. We zijn even stil. Dit deel van de begraafplaats ligt er dor en verlaten bij. Een beetje mistroostig word je er wel van. We leggen een kiezel op de twee graven en wandelen nog wat over de plaats. Onder een boom staat een bankje, waar we in de schaduw over de stille begraafplaats turen. Er liggen hier veel mensen met de zelfde achternaam en ongetwijfeld veel (verre) familieleden begraven.

 

We zetten onze fietstocht voort. Richting Doornspijk. Wat is het hier mooi. De bossen hebben we definitief achter ons gelaten en de landerijen en boerderijen bepalen het beeld. Het lijkt of de tijd hier stil heeft gestaan. Leuk om er te fietsen en te kijken naar de huizen die we wel of niet zouden willen kopen en bewonen. Dat zijn er best wat, gebiedt de eerlijkheid te zeggen.

Van Doornspijk naar Elburg. Het oude vestingstadje aan iets wat vroeger de Zuiderzee was en nu polder heet. Het nieuwe land. Een toeristische hanzestad waar het goed verblijven is. Door de hitte zijn veel toeristen weggebleven. Wij zijn de dwazen die de hitte trotseren. Wij slenteren door het oude stadje, bewonderen de etalages en wachten op Lobke en Sara die met de auto richting Elburg zijn gekomen. We zoeken een terrasje in de schaduw aan de haven en lunchen met elkaar. De stadswandeling met het bekende ijsje daarna doet de warmte even vergeten.

Irene en ik fietsen verder. Richting Nunspeet, maar dan langs het Veluwemeer (het restant van de Zuiderzee). Het is stil, het waait een beetje en wij genieten opnieuw van de prachtige omgeving, het water van het meer en de prachtige boerderijen met hun erven, waar meestal wel een grote boom voor het huis staat waar de bewoners zittend op tuinstoelen de schaduw hebben opgezocht. Wij fietsen door.

Door Nunspeet en dan langs Hoogwolde en de golfbaan door de bossen richting Vierhouten. Het is koel onder de bomen, de fietspaden liggen er prachtig bij, maar…… de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de zadelpijn goed opspeelt. We zijn inmiddels meer dan 60 kilometer onderweg, als we vanaf Vierhouten richting Tongeren rijden.

En dan zijn we weer bij af en is de cirkel rond. Het huisje (waar het bier gelukkig koud staat) op het stukje grond dat mijn grootvader ooit gekocht heeft na het overlijden van zijn ouders (waar we vandaag nog even aan het graf hebben gestaan). Fietsen door het land van mijn (over)grootouders. Het heeft wel wat….. en is de zadelpijn eigenlijk meer dan waard.

Reactie schrijven

Commentaren: 0