Het aantal blogjes dat wordt geschreven over een van mijn ouders neemt wel wat toe. Ik hoop dat de lezer het mij vergeeft. Het zijn berichten die misschien en per definitie veel meer bedoeld zijn voor de innercircle. Je kunt jezelf misschien ook wel afvragen, waarom je zo’n berichtje uit de persoonlijke sfeer uberhaupt publiceert. Om eerlijk te zijn weet ik het antwoord eigenlijk ook niet. Op de een of andere manier is er een soort onbedwingbare drang om het “in the open” te brengen. Het is een soort facebook gedrag. Waarom plaats je daar alles (misschien overigens alleen maar de positieve dingen waar je mee te koop kunt lopen: een soort ijdelheid dus) wat je mee maakt. Ik plaats er zelf ook wel eens wat op Facebook, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ik vaak ook met plaatsvervangende schaamte berichten uit de zgn. vriendenkring op social media lees (dat geldt dan ook op achterafbasis vaak voor mijn eigen facebookberichten). Voor een ieder die dat ook heeft bij het lezen van deze blog: stop dan alsjeblieft met het lezen van dit artikeltje.
Waarom weet ik niet precies….. maar… ik moet het gewoon even kwijt en via zo’n blogje schrijf ik soms ook wat zaken van mij af. Het antwoord op de vraag waarom je het dan vervolgens publiceert, moet ik dan schuldig blijven. Als lezer behoor je gewoon even tot de innercircle…. Het voelt overigens net iets anders om zo'n blog op je eigen site te zetten, in plaats van op Facebook. Het is wat onlogisch eigenlijk.
Mijn vader. Daar gaat het bericht dus weer over. Een aantal weken geleden kreeg hij een TIA. Oorzaak inmiddels bekend. Een verstopte halsslagader. Deze week zou hij eraan geopereerd worden. Ik mocht hem vergezellen tijdens de opname dag afgelopen dinsdag. “Vind je het leuk om dan met mij te ontbijten?, vroeg mijn vader”. “Tuurlijk pa (de dag zo alleen beginnen is ook zo wat)”. Dus om 06.00 uur in de auto vanuit Heerde naar Vianen.
Nadat de afspraak was gemaakt belde zuslief nog op om aan te geven dat hij tegenwoordig wat uitslaapt en dus niet om 06:30 uur naast zijn bed staat, maar pas om 07:15 uur aan tafel gaat (my goodness: het is maar wat je uitslapen noemt). Ik weet niet waarom, maar het hoort bij het ritme van mijn vader. Sinds mijn moeder in een verzorgingshuis zit, blijft het ritme min of meer hetzelfde. Je staat vroeg op, gaat ontbijten doet de rest van de dag de dingen zoals je altijd al deed.
Om half 8 stond ik op de stoep. Vaderlief was al aangekleed. De tafel in het kleine keukentje van zijn appartement in Vianen was gedekt. Een gekookt ei, een glaasje jus d’orange, een kop koffie en een stapeltje boterhammen, netjes op elkaar gelegd. “Dat is lang geleden, Erwin”, zegt hij. “Dat we samen ontbeten hebben. Het is altijd maar stil hoor”, merkt mijn vader op. Ik moet even slikken als ik naar de foto van mijn moeder kijk, die pontificaal in het midden op de ontbijttafel staat (naast de Bijbel). Zullen we even stil zijn, vraagt hij? We doen onze ogen dicht en ik buig automatisch ook mijn hoofd, mijn vader vouwt zijn handen. De radio staat aan (je zult het niet geloven op Christmas Radio oid) en daar klinkt een moderne versie van Silent Night. Na het moment van stilte merk ik op dat hij er wel erg vroeg bij is met de kerstmuziek. Het is 22 oktober. Nu telt mijn vader vanaf de langste dag op 21 juni al af naar Kerstmis, maar dit vindt hij zelf ook te veel van het goede. Hij weet echter niet hoe hij op zijn digitale radio de zender moet verwisselen.. Waarschijnlijk luistert hij dus al vanaf begin september naar kerstmuziek bij het ontbijt.
In de loop van de ochtend maken we ons op voor het vertrek. Ik help hem nog even met het vervangen van een pleister op z’n hoofd (hij heeft gisteren tot bloedens toe zijn hoofd gestoten). We praten over koetjes en kalfjes, over mijn moeder en wie er voor haar zorgt als hij naar het ziekenhuis is. Hij zegt niet gespannen te zijn. “Ik maak mij geen zorgen, hoor. Ik ga vol vertrouwen en… dit is echt de meest verstandige keuze”. Het was kiezen tussen de operatie of het wachten op een volgende TIA.
Als we vertrekken schuifelen we achter zijn rollator naar de gang. “Wacht even….”, roept hij. Hij schuifelt terug naar de bank. Ik moet nog iemand bellen. Het blijkt Pierre te zijn (iemand -een Kromhout-maatje-uit Limburg- die hij vorig jaar heeft ontmoet en waarvan hij deze week begreep dat hij wat problemen met lopen heeft): ik moet even weten hoe het met hem gaat… en hem ook sterkte wensen. Het is de wereld op z’n kop, maar zo is mijn vader. Ik ben er toch ook wel trots op. Altijd aandacht voor de ander, altijd zich zelf wegcijferend en klein makend. Hoewel dat laatste soms ook wel wat ridicule vormen aanneemt.
Op weg naar het ziekenhuis loopt de spanning voelbaar op. Mijn vader spreekt iedereen aan, die hij tegenkomt, knoopt met veel mensen een gesprekje aan. De taxi-chauffeur van het pendelbusje, de dame die geen plek kan vinden om te zitten (hij is in staat om zijn plek af te staan - dat doe ik dan overigens) en de verpleegsters in het ziekenhuis. “Kennen jullie Henny?” is een vraag die hij diverse keren aan medewerkers van het Antonius stelt. Zij heeft hier (jaren geleden, overigens) ook gewerkt als vrijwilliger van de patientenvervoersdienst. Pas op het moment dat hij zelf naar een van de poli’s wordt gereden, is er iemand die met Henny (mijn moeder) heeft samengewerkt. “Doe de groeten maar van Sjaak", zegt hij. Dat zal ik doen, mompelt mijn vader met een glimlach op z’n gezicht. Een herinnering aan een tijd dat het goed was.
Op weg naar de opname afdeling (we zijn inmiddels van hot- naar her gestuurd en mijn vader heeft nog twee voorbereidende onderzoeken gehad), merkt hij op dat hij blij is dat ik er bij ben. “Ik ben geen held, Erwin”. Ik zou dit in mijn uppie ook niet gered hebben. Voor mij is hij wel een held. Het is ook een heldhaftige keuze om als 87-jarige deze operatie met zo'n zware narcose aan te gaan. Hij doet het (ook voor mijn moeder, zegt hij) toch maar.
De operatie de dag daarna is pittig. Om half 10 naar de OK. Mijn vriend Bertus (ook vrijwilliger bij de patienten vervoersdienst) rijdt hem met een knipoog naar de operatiekamer. Om 13:00 uur wordt hij naar de recovery gereden.
Rond 17:00 uur op de kamer, waar ik samen met mijn jongste broer probeer de eerste woorden met hem te spreken. Hij is nog dizzy (zo stoned als een garnaal), maar toch aanspreekbaar. Drie vragen blijft hij stellen (ieder keer als hij weer wat bijkomt, nadat hij in slaap is gesukkeld): wie gaat er vanavond naar Henny? Is het geregeld? en… zijn de luiken al opgehangen? (ons huis in Heerde is net geschilderd en de luiken moesten nog worden opgehangen). Het is allemaal geregeld voor moederlief, pa.
En… de luiken hangen. De operatie is goed gegaan. Je bent een held!
“Kan ik al naar huis, Erwin?”
Reactie schrijven
Joke Vrolijk-Bollen (zaterdag, 26 oktober 2024 11:30)
Wat fijn dat de operatie goed is verlopen Erwin. Een hele zorg minder. Nu op naar een goed herstel...
Gerrit (zaterdag, 26 oktober 2024 14:36)
Het is goed om zo van je af te schrijven. Is denk ik toch een stuk opgebouwde spanning die je kwijt moet. Ook goed om te horen dat de operatie geslaagd is en Nico weer snel naar zijn Henny kan.
Marga Deisz (zaterdag, 26 oktober 2024 22:43)
Mooi geschreven Erwin .Zo herkenbaar. Ik ken je ouders al meer dan 55 jaar. We hebben zo veel met elkaar gedeeld. Ik was ook erg blij dat Carolien mij app te dat Nico de operatie goed had doorstaan. Ik blijf je moeder bezoeken hoor en soms dansen we dan samen door haar kamer. Voor een ander is dat raar. Maar jij zal het wel begrijpen. Sterkte.
Martin Hendericks (maandag, 28 oktober 2024 20:11)
Wat mooi en meeslepend geschreven Erwin.
Je ouders zijn zeer bijzonder en dat blijven ze ondanks de lichamelijke/geestelijke ongemakken.
Hopelijk loopt je vaders herstel voorspoedig.
Een hartelijke groet voor allen.
Henk en Vera (woensdag, 30 oktober 2024 09:32)
Bij 't passeren van de foto : " DAG ZUSJE, DAG NICO," (weet dat we biddend achter jullie staan)