Met enige regelmaat verschijnt er hier een kort bericht over hetgeen zich in en rond ons huis en gezin allemaal afspeelt. De blogjes zijn geschreven door Erwin. Korte verhalen over huis & haard, de omgeving waar wij wonen en dat wat ons allemaal bezig houdt. Wanneer je je wilt abonneren en een bericht wilt ontvangen op het moment dat er een nieuw blog is geplaatst, meld je dan hier aan door naam en mailadres op te geven.
Het aantal blogjes dat wordt geschreven over een van mijn ouders neemt wel wat toe. Ik hoop dat de lezer het mij vergeeft. Het zijn berichten die misschien en per definitie veel meer bedoeld zijn voor de innercircle. Je kunt jezelf misschien ook wel afvragen, waarom je zo’n berichtje uit de persoonlijke sfeer uberhaupt publiceert. Om eerlijk te zijn weet ik het antwoord eigenlijk ook niet. Op de een of andere manier is er een soort onbedwingbare drang om het “in the open” te brengen. Het is een soort facebook gedrag. Waarom plaats je daar alles (misschien overigens alleen maar de positieve dingen waar je mee te koop kunt lopen: een soort ijdelheid dus) wat je mee maakt. Ik plaats er zelf ook wel eens wat op Facebook, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ik vaak ook met plaatsvervangende schaamte berichten uit de zgn. vriendenkring op social media lees (dat geldt dan ook op achterafbasis vaak voor mijn eigen facebookberichten). Voor een ieder die dat ook heeft bij het lezen van deze blog: stop dan alsjeblieft met het lezen van dit artikeltje.
Waarom weet ik niet precies….. maar… ik moet het gewoon even kwijt en via zo’n blogje schrijf ik soms ook wat zaken van mij af. Het antwoord op de vraag waarom je het dan vervolgens publiceert, moet ik dan schuldig blijven. Als lezer behoor je gewoon even tot de innercircle…. Het voelt overigens net iets anders om zo'n blog op je eigen site te zetten, in plaats van op Facebook. Het is wat onlogisch eigenlijk.
Mijn vader. Daar gaat het bericht dus weer over. Een aantal weken geleden kreeg hij een TIA. Oorzaak inmiddels bekend. Een verstopte halsslagader. Deze week zou hij eraan geopereerd worden. Ik mocht hem vergezellen tijdens de opname dag afgelopen dinsdag. “Vind je het leuk om dan met mij te ontbijten?, vroeg mijn vader”. “Tuurlijk pa (de dag zo alleen beginnen is ook zo wat)”. Dus om 06.00 uur in de auto vanuit Heerde naar Vianen.
Nadat de afspraak was gemaakt belde zuslief nog op om aan te geven dat hij tegenwoordig wat uitslaapt en dus niet om 06:30 uur naast zijn bed staat, maar pas om 07:15 uur aan tafel gaat (my goodness: het is maar wat je uitslapen noemt). Ik weet niet waarom, maar het hoort bij het ritme van mijn vader. Sinds mijn moeder in een verzorgingshuis zit, blijft het ritme min of meer hetzelfde. Je staat vroeg op, gaat ontbijten doet de rest van de dag de dingen zoals je altijd al deed.
De herfst is een seizoen van verandering. Als de zomer zich langzaam terugtrekt en de dagen korter worden, transformeert het landschap in een prachtig palet van warme, diepe tinten. Het is alsof de natuur haar laatste levendige zucht uitblaast voordat ze zich in winterslaap hult. Deze tijd van het jaar roept een gevoel van bezinning op, van loslaten en vernieuwing, en nergens is dat zichtbaarder dan in de kleuren die de wereld om ons heen tot leven brengen.
Wanneer je door de Dellen vlakbij de Renderklippen wandelt, zie je de bomen langzaam van kleur verschieten. De groene bladeren, ooit zo fris en vol leven, veranderen in de meest indrukwekkende schakeringen van geel, oranje, rood en bruin. Elke boom lijkt zijn eigen verhaal te vertellen, een laatste kunstwerk voor het seizoen eindigt. Het is alsof de natuur haar penseel in de lucht zwaait, elke beweging vol intentie en betekenis. In onze woonkamer hangt een schilderij van Jan van Vuuren, waarin dit beeld nadrukkelijk zichtbaar wordt.
De kleuren van de herfst hebben iets betoverends. Ze brengen warmte in een tijd waarin de dagen steeds koeler worden. Het rode van de esdoornbladeren, het gouden geel van de berken en het diepbruin van de eikenbladeren, allemaal staan ze in scherp contrast met de grijze lucht die steeds vaker de zon verdringt. Deze levendige tinten omarmen de melancholie van de naderende winter en geven ons het gevoel dat er schoonheid te vinden is in het verval. Excuus voor de lyrische taal, maar het zijn de woorden die bij mij opkwamen toen ik samen met Irene afgelopen vrijdagmiddag een uurtje de bossen in ging. Een cadeautje na een week van hard werken.
Ziek. Het overkomt me niet vaak. Ik moest me er toch aan overgeven. Griep dacht ik, later bleek het Corona te zijn. Toch bijzonder. Tijdens de pandemie reed het Corona busje ons huis in Heerde voorbij en nu… enkele vaccinaties later….. toch positief op Corona getest. Testen hoeft eigenlijk niet meer. Het virus is inmiddels (zo lijkt het in ieder geval) een soort griep geworden en het devies is thuis blijven, zolang je klachten hebt. Als ik het RIVM mag en moet geloven, tenminste. En dat doe ik met plezier en niet alleen omdat ik werkzaam ben bij het RIVM.
Je kunt je echter voorstellen hoe het gaat. Bij de eerste symptomen, neem je hooguit een paracetamol en sleep je je toch naar het werk. “Je stopt pas met werken als het echt niet langer kan (lees: je er zo’n beetje dood bij neervalt)”. Zo heb ik het met de paplepel ingegeven gekregen.
“Wij Verbomen zijn niet voor 1 gat te vangen en gaan door …. laten ons zeker niet kennen.” Het zijn woorden van mijn vader. Het zijn de echo’s van gesprekken die mij doen herinneren aan de middelbare schooltijd, waar ik dit soort zinnen vaak kreeg toegevoegd, als ik een keer met barstende koppijn het bed wilde houden en een dagje school wilde laten schieten.
Tja… zo zijn wij Verbomen. We laten ons niet kennen.
Mijn vader. Niet voor een gat te vangen. Gaat altijd door. Pijntjes kent hij wel, maar erkent ze niet. Er moet wel iets heel geks aan de hand zijn, als hij zich bij een arts meldt. Meestal doen wij dat dan maar voor hem. Hij wil zich niet aanstellen en niemand (en zeker de arts niet) tot last zijn.
Voor de Ontmoetingskerk in Heerde schreef ik een korte blog over vernieuwing. Het is het jaarthema van de protestantse kerk in Nederland. Het is voor de kerk in Nederland van belang om over vernieuwing na te denken. Hoewel je dat woord vernieuwing ook vanuit geestelijk perspectief kunt beschouwen. Een oproep voor een moreel revival of zoiets...
Sinds maart van dit jaar ben ik voorzitter van de kerkenraad. In het bestuur van de lokale kerk. Het voelt als een soort thuiskomen. In ieder geval niet als iets nieuws, zo lijkt het. In onze vorige woonplaats zat ik ook in de kerkenraad. Feitelijk dus niets nieuws onder de zon: het voorzitterschap, de onderwerpen die op de agenda staan, de manier waarop we er over spreken (positief en onderzoekend) en de zorg die er is. over de toekomst van de kerk en de gemeente.
Hoe houd je de lokale kerk draaiend? Hoe houd je een vereniging of club draaiend? Het is een vraag voor heel veel op vrijwilligers gebouwde organisaties. Hoe houd je je club levend, als er steeds minder mensen zijn om als vrijwilliger actief te zijn. Het is puzzelen. Het hoort een beetje bij het tijdsbeeld. Mensen lijken zich steeds minder vaak voor een langere tijd te willen binden aan een vrijwilligersfunctie. Een (tijdelijk) project lukt nog wel, maar… voor een langere periode. Het is lastig. We hebben het druk met school, werk, sport en chillen (of vormen daarvan).
Het zal ook de ambiance geweest zijn: In de tuin van Kasteel Rechteren (vlakbij Dalfsen) en een voorstelling van King Lear bij prachtig weer. De mooiste dag van september moet het geweest zijn. Bijna te warm.. zou je haast zeggen. Voor ons de opening van het theaterseizoen. Natuurlijk was het de ambiance, maar bovenal was het een prachtige voorstelling van een indrukwekkend actueel en oud verhaal: King Lear. King Lear is een toneelstuk over ouder worden en het verlies van macht. Een groot verhaal waarin oude en nieuwe generaties elkaar bestrijden, blinden helder zien en dwazen de waarheid spreken. In de onzekere wereld van King Lear verwordt orde tot chaos en zijn loyaliteit en vriendschap goud waard.
Het zijn thema's en onderwerpen die je vandaag de dag 1:1 kunt overnemen om de Amerikaanse verkiezingen te duiden, de politieke verhoudingen in Den Haag metaforisch te beschrijven of simpelweg iets over de ontwikkelingen op het wereldtoneel te vertellen.
Op de middelbare school had ik het verhaal van Shakespeare al een keer gelezen voor mijn engelse lijst. Het is echt een toneelstuk en een verhaal dat alleen van de hand van Shakespeare kan zijn. Indringend, scherp, spannend en een plot die een fataal einde kent. De theatergroep de Kingsmen speelt in een wervelende, aanstekelijke mix van Duits, Nederlands, Tukkers, Platt-Deutsch en Shakespeare-Engels. Het is uitermate grappig dat de verschillende talen en dialecten die door elkaar heen gebruikt worden, geen afbreuk doen aan het verhaal en de boodschap. Misschien is het wel precies het tegenovergestelde. Het lijkt het verhaal eerder te versterken dan te verzwakken.
Op deze plek schrijf ik regelmatig over mijn ouders. Mijn moeder lijdt aan dementie, waarbij vergeetachtigheid steeds meer wordt vermengd met warrigheid en het verlies aan begrip over tijd, plaats en positie. Het is triest en verdrietig om je moeder zo te zien verdwijnen. Het is ook gek. Ze is nog steeds je moeder, je kunt haar nog steeds omarmen, knuffelen en vasthouden. Haar blik is echter leeg. Echt contact maken doe je niet meer, hoewel…. Aan de hand van foto’s of een liedje komt er soms ook gewoon iets terug van hoe ze was. Het maakt de situatie voor de mensen om haar heen alleen maar verwarrender. Met name voor mijn vader is het niet te bevatten: onbegrijpelijk. Er is al eerder op deze plek over geschreven.
Wat ook bij de ziekte hoort, is het verlies aan decorum. Voor wie mijn (oude) moeder of de "Henny van vroeger" kent, weet dat ze een flapuit was. Ondeugend ook, altijd vrolijk, altijd in voor een mooie grap. Ze kon soms ook onbedaarlijk lachen en plezier hebben om iemand met een gekke neus, een vreemde bril, een toupet die scheef zat, een verkeerd geknoopt overhemd of alles wat afwijkend was van de standaard.
Een “enfant terrible” werd ze thuis (vroeger) nog wel eens genoemd, misschien ook wel gewoon vanwege een enorme dosis aan ADHD: springerig, beweeglijk, ook als het ging om de aandacht die ze gaf aan…. alles wat haar opviel.
Het is vakantie. Eindelijk. We hebben er naar uitgekeken. Je kent het patroon van de voorbereiding ongetwijfeld. Volle dagen met regelzaken. Inkopen doen, de laatste klusjes in en rond huis, de administratie nog wat bijwerken en vooral: alles wat er rond en voor je werk nog ligt: wegwerken.
Volgens mij worden collega’s vlak voor mijn vakantie gek van mij, met al de mails die ze nog even te verwerken krijgen. Het vervelende is overigens dat al die mails ook weer beantwoord worden en dat er na je vakantie dus weer een stapel reacties is te beantwoorden. En daar zijn dan nieuwe berichten bijgekomen (van collega’s die inmiddels ook op vakantie zijn gegaan). We houden elkaar lekker bezig.
Maar als de koffers dan eindelijk zijn gepakt, de reispapieren vier keer zijn gecheckt, is daar dan eindelijk het vertrek. Onze dochters brengen ons naar Schiphol. Diep in de nacht. In een soort ochtend/nachtroes worden we naar de luchthaven gereden. We zijn extra vroeg: het is hoogseizoen en dat betekent doorgaans lange rijen wachtenden en vele incheckers. Er zijn veel medereizigers, maar… we zijn snel door de douane (hoewel Irene vanwege een flesje water terug wordt gestuurd en helemaal opnieuw de rij door moet).
Maar uiteindelijk zitten we in de vlieger. Op weg naar Porto. Op weg naar Portugal: het vaste land van een land, waar we nog nooit zijn geweest. Het wordt een heerlijke vakantie, waarbij we 3 weken uit de koffer leven en kris-kras door Portugal reizen. Dit wordt overigens geen reisblog en een beschrijving van alle ins- and outs van iets wat een fantastische reis werd, zal ik de lezer besparen. Per koffer uitpakplek zou je wel een blog kunnen schrijven. Over Porto, over de glamping tent aan de Lima, de Douro, de overnachting bij de wijnboer, het gebergte in het oosten, de binnenlanden op weg naar Lissabon, Sintra, de westkust en de Algarve. Echt prachtig en een bezoek meer dan waard.
Nieuwe schoenen. Zo vlak voor de vakantie nog een uitdaging om te scoren. Viel reuzemee overigens. Na 5 minuten stond ik na het bezoek aan de schoenenzaak alweer buiten. “Je moet Skechers kopen, Erwin”, was het devies. “Lopen heerlijk, zijn lichtgewicht en neem dan die dingen zonder veters. Kan niet mis gaan”. Met dat advies dus op pad.
Skechers…. Tot voor een maand geleden, nog nooit van gehoord, hoewel vrouwlief al een aantal jaar van dat soort schoenen in de kast heeft staan (en nog draagt ook), naar het schijnt. Tijdens een diner met een paar vrienden, kwam het gesprek ook op deze schoen. “Echt een aanrader”, zei mijn disgenoot: "ik draag niet anders meer". Wat research op internet, trok mij over de streep en de dag voordat we richting Portugal vertrokken, trok ik de stoute schoenen aan (“om maar eens een flauwe woordspeling te gebruiken”) en toog ik naar de eerste de beste schoenenzaak, die die dingen nog verkocht ook.
Ik ga hier geen reclame maken voor deze schoen, maar als ik dan iets positiefs moet zeggen: ze zullen de kilo’s in je ruimtebagage in het vliegtuig niet snel over het toegestane maximum heen tillen. Het spul weegt werkeljk niets. Memoryfoam, geen leer in te bekennen en verder wat kunststof, en plastic (of een vorm van rubber). De tijd zal het leren. Is het chinese rommel (dat zou ik als trouwe van Bommeldrager al snel beweren) of een gouden vondst?
Sinds ik in Heerde woon, ben ik lid van Rotaryclub Hattem-Heerde. Het mooie van het lidmaatschap van een Rotaryclub is dat je met de club iets goeds kunt doen voor je omgeving. Service above self, noemen we dat. Dat wordt gecombineerd met een vorm van fellowship (zoals dat dan zo mooi heet) en een manier van kijken en handelen waar de clubleden elkaar in vinden. Een handelingsperspectief dat gebaseerd is op een viertal vragen, de zogenaamde 4-way test: Is het waar? Is het billijk voor alle betrokkenen? Bevordert het onderling vertrouwen en vriendschap? En: komt het alle betrokkenen ten goede?
Heel kort gezegd: Is het zo, mag het zo, kan het zo, moet het zo?
De leden van onze club ontmoeten elkaar doorgaans op donderdagavond en vertegenwoordigen allemaal een beroepsgroep en dat maakt het lidmaatschap extra waardevol.
We zijn actief in de omgeving en soms internationaal. Een van de projecten die we bijvoorbeeld met RC Hattem-Heerde doen is het organiseren van het Bouwdorp in de vakantieperiode, maar we zijn ook actief geweest met Heisa in Hattem en Heerde en hebben in de afgelopen jaren duizenden tulpenbollen gepoot, waarmee we niet alleen de rotary “end polio “ campagne hebben gesponsord, maar ook een fleurige lentegroet konden brengen aan een groep mensen die continue zorg nodig heeft.
De "End Polio Now" campagne is een van de internationale Rotary doelen: polio de wereld uit!
Irene en ik zijn in het kader van deze campagne een aantal jaar geleden naar India geweest om deel te nemen aan een internationale End Polio Now activiteit. Indrukwekkend om te doen en zeer bijzonder om te ervaren hoe effectief een wereldwijde service organisatie kan zijn.
Het was even stil op de site. Tenminste als het woord stilte staat voor een periode zonder publicaties. Geen blogjes dus. Soms zit het hoofd gewoon vol. Ik weet niet of het een schrijversblock is of hoe je dat dan ook moet noemen. Mijn hoofd stond er niet naar, zo zou je het misschien ook wel kunnen zeggen. En nu… de stilte voorbij? Het hoofd staat er wel naar?
Feit is in ieder geval dat ik nu even tijd heb om op zaterdagmorgen bij een bakje koffie wat aan het virtuele papier toe te vertrouwen. Het is de eerste dag van dat wat je een vakantie zou mogen noemen.
Een drukke periode achter de rug. Dat is zeker het geval. Bij het RIVM, waar ik werk, was veel te doen. Lange dagen, veel onderwerpen en in vakjargon “veel uitdagingen”. Lange dagen ook omdat de resterende vrije tijd wat wordt opgesoupeerd door vergaderwerk. Sinds maart van dit jaar ben ik voorzitter van de lokale kerkenraad en in combinatie met wat preekwerk (erg leuk om te doen, overigens) en met name de voorbereidingen daarvoor, tikken de uurtjes ook ongezien weg. Als je ergens plezier in hebt, voelt het ook niet zwaar wordt wel eens gezegd. En dat is natuurlijk ook zo. Wat wel zwaar voelt, is dat ik wat minder tijd heb voor mijn geliefde wandelingen, voor de vrienden van Rotary en soms ook (en dat is natuurlijk het minst leuk) te weinig tijd heb voor familie en de oude vriendengroep in Vianen. Soms gaat het zo… het is natuurlijk ook een kwestie van kiezen.
Het theaterseizoen zit erop. Tenminste voor ons. Het afgelopen jaar hebben we vaak een bezoekje aan het Spiegeltheater in Zwolle afgelegd. Cabaret, Opera, klassieke muziek, toneel, dans… het was keer op keer weer bijzonder. De afsluiting voor ons was afgelopen dinsdag: een optreden van Stef Bos. Ik ben al jaren een groot fan van zijn muziek en vooral van zijn teksten. Ik schreef er al vaker op deze plek over. Ook dit optreden kwam wel even binnen. Teksten over het leven. Een reis terug in de tijd maar ook een blik vooruit.... Stef Bos maakt aan de hand van een doorgezaagde boom en de jaarringen van een stam “pas op de plaats” en neemt je mee in de geschiedenis en naar het heden met bekende en minder bekende teksten en songs….op zoek naar zijn- en onze Bloudruk.
Die Bloudruk wordt geaccentueerd door een foto of tekening van zijn diejarige dochter, die een bloempje vasthoudt. Het groeide tussen de stoeptegels, tegen wil en dank, maar zij had het opgemerkt en geplukt. Waar heb je aandacht voor in de vaart der volkeren? Zien we de schoonheid, het kleine geluk, de teerheid van zo’n bloemetje eigenlijk wel? Of hollen we er aan voorbij?
Stef zingt en vertelt over zijn jeugd, zijn moeder en zijn vader. Over religie, over alles wat het leven met zich meebrengt. Ik probeer mijn gezicht in de plooi te houden, maar vochtige ogen worden omgezet in tranen die langzaam over mijn wang biggelen, als hij een nieuwe versie van Papa zingt. Ik probeer ze niet eens te verbergen: het gebeurt gewoon. Misschien wordt het wel ingegeven door de telefoongesprekken met mijn vader deze week. Hij was zo verdrietig toen we spraken over hoe het met hem gaat en met mijn moeder, die op de gesloten afdeling van een verpleeghuis steeds verder achteruit gaat.
Het stond al een hele tijd in de agenda. Woensdag 20 april: Claudia de Breij. Een optreden in Zwolle in het Spiegeltheater. Irene en ik keken er erg naar uit. Een afsluiting van ons theaterseizoen (hoewel we Stef Bos nog te goed hebben). Voor vrouwlief werd het een teleurstelling. Griep.
Superbalen, niet alleen vanwege het gewoonweg missen van een avond cabaret, maar ook omdat we in de verte iets van haar historie hebben meegekregen en daarom juist naar dit optreden wilden.
Claudia de Breij: geboren en opgegroeid in het dorp waar wij zo lang gewoond hebben. We kennen haar niet persoonlijk en gevoelsmatig toch een beetje. De autobiografische onderdelen in haar show krijgen net iets meer herkenning mee als ze het over school en haar leefomgeving heeft.
Een avondje cabaret zonder Irene en met Rotary Vriend Hans, die zich als eerste meldde nadat ik in een groepsapp de vrijgevallen plek in het Spiegeltheater aanbood.
Het werd een bijzondere avond. Claudia is grappig, soms wat scherp en het slot was meer dan ontroerend. Mooi gevonden woordspelingen, indringende liedjes, een prachtig decor en 2 uur lang (zonder pauze) power op het podium.
Op het moment dat ik aan deze blog begin te schrijven, weet ik nog niet waar ik wil eindigen. Ook niet of het een grappige of serieuze tekst moet worden. Het begint gewoon met de titel: Vergankelijkheid.
Als ik het woord heb opgeschreven, moet ik het twee keer herlezen. Is het wel goed gespeld op deze manier? Een vreemd woord, eigenlijk. Je zou zeggen dat er een “g” voor de eerste “k” moet worden opgenomen, maar dat is dus niet zo.
Een blog schrijven, zonder dat je weet waar je uit wil komen. Een vreemde benadering, wellicht. Het begon gewoon met de titel. Associatief schrijven is het eigenlijk.
Afgelopen week was ik jarig: 61 jaar geworden. Ouder worden. Het is toch wel een thema. Ik maak er vaak grapjes over, maar misschien is het eigenlijk wel helemaal niet grappig.
Ik moet gewoon bekennen, dat ik ook begin te merken dat de jaren wat beginnen te tellen. Je staat in de ochtend wat stram op, je komt buiten adem boven aan, als je te snel de trap op bent gelopen, een welvaarts buikje (sommige zeggen: buik), kaal en een grijze baardgroei.
Een blog schrijven, zonder dat je weet waar je uit gaat komen…. Een mooie metafoor voor een levensloop eigenlijk.
Op het moment dat ik dit schrijf lig ik met griep op bed. Het sudderde al een paar dagen. Sterker nog: op mijn verjaardag (op eerste paasdag) had ik geen stem en was ik al snipverkouden. Of het begrip “ouderdom komt met gebreken” op mijn huidige status van toepassing is, weet ik niet. De griep is ook niet echt de reden dat ik voor een blog over vergankelijkheid heb gekozen, overigens.
Hoewel…..
Als je op het woord googled, is het eerste zoekresultaat een definitie van het woord: “wat niet blijvend of duurzaam is”. En dan volgen er een paar synoniemen: Aan bederf onderhevig, Aards, Eindig, Fragiel, IJdel, Kortstondig, Niet duurzaam, Nietig, Onbestendig, Ongestadig, Onzeker en Perissabel. En dan nog wat meer termen. Het woord perissabel kende ik niet (leuk voor galgje).
Relaties. Er is veel over te zeggen. Gelukkig zijn in de liefde. Gelukkig worden in de liefde. Er worden hele TV programma’s aan gewijd. First dates. Het is intrigerend om te zien, hoe in zo’n programma wildvreemde mensen contact proberen te maken, in onmogelijke en doorzichtige gesprekjes. Hoeveel procent van de popsongs gaat niet over de liefde of over verliefd zijn, over houden van, verbindingen aangaan Soms zijn relaties fantastisch, soms worden ze verstoord, bekoelt de liefde, snappen mensen elkaar niet meer of is “het” er gewoon niet meer.
Irene en ik zijn dit jaar 38 jaar getrouwd. We waren nog kind toen we een jaar of 7 voor ons huwelijk verkering (zo noemde je dat toen) met elkaar kregen. Geen first date, geen contactadvertentie, geen dating-site. Gewoon lid van dezelfde club en voor elkaar gevallen. Wat weet je dan van het leven, wat weet je dan van alles wat een relatie mooi of juist niet mooi kan maken? Kinderen waren we toen, ook wel een beetje naïef of “groen” als je het zo wil noemen. We zijn nog steeds bij elkaar. En nog gelukkig ook. Achteraf beschouwd: een lucky shot.
Eind januari waren we een weekend in Groningen. Het was een cadeau van een oud collega en vriend, die van de zomer in het huwelijksbootje was gestapt. Over relaties en echte liefde gesproken. Ik mocht Bijzonder Ambtenaar van de Burgelijke Stand (BABS) zijn en het huwelijk voltrekken. Een hele eer, bijzonder om te doen en heel mooi om twee mensen met elkaar te verbinden. Het gebeurde in Culemborg, in een liefdevol en klein gezelschap.
Een cadeautje als dank voor iets wat al een cadeau op zich was. “Bijzonder en absoluut niet nodig”, zoals je dan plichtsgetrouw, maar welgemeend opmerkt: “een beetje te gek, echt niet nodig geweest”. Maar wel leuk, een overnachting en een diner in hotel de Prinsenhof, hartje centrum, zo’n beetje onder de Martinitoren in Groningen.
Wij hebben het theater in Zwolle ontdekt. In de eerste jaren dat we hier woonden gingen we wel eens een keer naar het Spiegeltheater in Zwolle. Een optreden, een concert, maar in ieder geval niet frequent. Zo ging dat ook toen we in Lexmond woonden. Soms naar de Kom in Nieuwegein en heel soms naar de Stadschouwburg in Utrecht. Na een theaterbezoek namen we ons altijd voor om dit vaker te doen. Het kwam er echter nooit van. Drie redenen: druk, druk en druk. Je weet wel hoe dat gaat. Het maakte het sporadische bezoek dat je dan vervolgens aan bijvoorbeeld een balletvoorstelling bracht extra bijzonder: dat dan weer wel.
Dit jaar gaat het anders. In het voorjaar van 2023 voegden we de daad bij het woord (of het voornemen). We werden "vriend van het Spiegeltheater in Zwolle" en dat brengt dan direct met zich mee dat je iets eerder dan de losse kaartverkoop aan de beurt bent en feitelijk eerste recht hebt om een voorstelling te boeken. En daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt.
Met het jaarprogramma in de hand kregen we de smaak te pakken en begonnen we te boeken. Je schrikt je het apezuur als je ziet wat dat dan opgeteld allemaal kost, maar… een avondje stappen of uit eten kost ook zoveel. Een wedstrijd naar het voetbal ook en hoewel je je ook realiseert dat niet iedereen zich een avondje stappen of uit eten kan permitteren (en je dan ook weer een beetje ongemakkelijk onder voelt), hebben we het boeken toch maar doorgezet. We hebben er geen moment spijt van gehad: Herman van Veen, een opera, klassieke concerten, Guus Meeuwis, de geplukte zusters, de Messiah, Clannad en het Scapino ballet. Op het moment dat ik dit schrijf staat Claudia de Breij nog op het programma evenals Stef Bos (mijn favoriet) en gaat Irene nog een keer naar een toneelstuk met onze dochters.
Decembermaand, feestmaand. Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw. Veel vrije dagen, oliebollen bakken. Top2000. Een kerstboom, kaarsjes...
We maken het gezellig.
Het is ook gezellig.
De donkere dagen voor kerst. Wat moet je er aanzeggen? Dat we het goed hebben wellicht.
Het begint eigenlijk al in september. Tenminste bij de bewoners van Zonnestein als de lootjes voor het Sinterklaas worden getrokken. Sinterklaas vieren we nog steeds in de traditie van.... surprise, gedicht en als het enigszins kan een "in de zeik nemen momentje".
Nou dat lukt aardig. Op weg naar de eerste week van december neemt de spanning toe in alle huizen waar de Zonnestein Connection familieleden (lees: onze kinderen, die in Utrecht en Hoef en Haag wonen) werken aan surprises, gedichten en het gedoe erom heen.
Het is dan overigens ook traditie (of is dat dan een gewoonte?) om de voorbereidingen zo'n beetje een dag voor het geplande surprise-avondje te beginnen. Sterker nog: de meeste gedichten worden op de dag van het feest geschreven en het is dan ook traditie dat vlak voor de start van de avond (die dan standaard altijd wat later moet beginnen) de gedichten in Heerde (daar staat de enige printer van de familie) worden uitgeprint.
Het feest was deze keer in Hoef en Haag (bij Vianen). Quality Time waarbij een ieder met een knipoog de maat wordt genomen. Mooi feest. In Hoef en Haag stond de kerstboom al. Tja... een sinterkerst ambiance... het heeft wel iets. Zeker toen er die avond een poederlaagje sneeuw kwam te liggen.
Traditie is dan vervolgens ook dat de zaterdag na de Sint de kerstboom wordt gekocht. Dat zijn er twee voor Zonnestein. Ik weet niet of het een traditie gaat worden, maar het kopen en opzetten van de boom voor de woonkamer is wel een dingetje. Het boompje is bijna 4 meter hoog en voordat je dan een geschikte boom hebt gevonden en opgezet. Ik heb er een week spierpijn van gehad. Maar enfin het is gelukt.
De boom opzetten met de standaard "sky-radio-christmas-station" muziek op de achtergrond is dan ook nog wel traditie, hoewel die grijs gedraaide kerstnummers al halverwege het versieren van de boom beginnen te irriteren.
Zo maar in december een berichtje over mijn ouders. En in dit geval mijn vader. Het is een tekst die ongeveer 10 jaar geleden werd geschreven toen mijn ouders hun 50 jarig huwelijk in Utrecht vierden.
Wat kan er veel gebeuren in 10 jaar tijd. Waar blijft de tijd zeggen we wel eens....
Op deze plek heb ik al vaker iets geschreven over mijn ouders. Soms staat mijn moeder centraal, soms mijn vader. Soms alletwee. De berichtjes schrijf ik met enige schroom. Voor mij is het een soort van uitlaatklep om iets van mij af te schrijven dat mij soms dag en nacht bezig houdt. De schroom zit dan in het feit dat het dan ineens "in the open" is en dat anderen mijn zielenroerselen ook kunnen lezen. Het hoort misschien wel een beetje bij deze tijd, dat je persoonlijke berichten publiceert. Niet voor het grote publiek in dit geval, wel voor de mensen die dicht om ons heen staan en voor wie het ook relevant is om mee te krijgen hoe het met mijn ouders gaat. Ze lezen dit soort berichtjes mee.
87 wordt hij dit jaar. Het is niet meer de kwieke man die het altijd was. Kilometers liep en holde hij in de omgeving van Vianen, waar hij al zo lang woont. De grote wandelingen zijn er niet meer bij. De leeftijd eist zijn tol, hoewel ik vermoed dat de spannende situatie (en het verdriet dat daarbij hoort) met mijn moeder hem letterlijk en figuurlijk niet in de koude kleren is gaan zitten. Het is natuurlijk ook niet niets. Afscheid nemen van je vrouw, terwijl ze er nog steeds is. Ze wonen dicht bij elkaar: gelukkig dat wel. Trouw als mijn vader is, gaat hij dagdagelijks naar mijn moeder toe. Het doet pijn, er is onbegrip (over de situatie), er is verlangen naar het verleden, naar iets dat nooit meer terugkomt. En dan is er ook nog iets als trouw. Je vrouw niet in de steek laten. Omdat je het beloofd hebt, omdat je van de ander houdt, omdat het nu eenmaal geen pas heeft om je verantwoordelijkheid niet te nemen. Zo is mijn vader en dat is mooi. Hij is niet makkelijk voor zichzelf en dat maakt het leven (ook voor mijn moeder: hoewel dat wat gek klinkt) zwaar. En dat zie je aan hem. Dat voel je aan hem en dat merk je in alles wat hij doet en hem overkomt. Het geloof houdt hem staande. Trouw ook. Dat is natuurlijk ook mooi. Het typeert mijn vader. Je leest het ook in het artikeltje dat ik in 2012 schreef.
Waar blijft de tijd....
Zo maar in december een berichtje over mijn ouders. En in dit geval mijn moeder. Afgelopen jaar vierden we hun 60 jarig huwelijk bij ons thuis in Heerde. Een prachtige dag, een prachtig weekend. Met een lach en een traan.
Op deze plek heb ik regelmatig iets geschreven over mijn lieve ouders. Ze hebben het zwaar. Mijn moeder dementeert en woont al een tijdje niet meer bij mijn vader. Een gesloten afdeling. Een soort gescheiden van tafel en bed. Het doet pijn, het is verdrietig voor hen alletwee, voor ons als kinderen en voor de familie. Een onherkenbare moeder in doen en laten, een zorgzame vader die feitelijk een alleenstaande is geworden, z'n verdriet niet kwijt kan, de situatie snapt, maar tegelijkertijd ook niet begrijpt.
Hoe anders was het een jaar of 10 geleden. Ze vierden toen hun 50 jarig huwelijk in hotel Mitland in Utrecht. Een prachtig feest, geen vuiltje aan de lucht. Zo'n feest dat je nooit zult vergeten. De foto's van toen spreken boekdelen.
Als kinderen maakten we in 2012 een glossy voor mijn ouders, waarin we de grappige wetenswaardigheden opschreven die je ook in een echte glossy kunt tegen komen. Hoewel ik toen nog geen blogjes schreef, schreef ik wel twee artikeltjes over mijn vader en over mijn moeder. Ik heb die korte artikeltjes nu toch maar 1 op 1 overgenomen op deze site. Een hommage aan mijn moeder, een hommage aan mijn vader. Ze zijn nog steeds in ons midden (en daar ben ik dankbaar voor) en toch is het anders. Om niet te vergeten hoe het was..... een tweetal beschrijvingen. Vandaag een artikel uit 2012 over mijn moeder..... waar blijft de tijd....
Waar moet je over schrijven als je somber gestemd bent? Over somberheid, zou je zeggen. Tja… somber gestemd zijn: het past niet zo bij mij. Sterker nog, ik heb eigenlijk nooit last van sombere gevoelens, ben praktisch nooit uit mijn hum en heb over het algemeen een positieve kijk op de dingen. Op mijn werk, zeg ik vaak dat ik niet in problemen kan denken. Er is altijd wel weer een lichtpuntje, een aanknopingspunt waar een oplossing is te vinden. Hoe hopeloos de situatie ook lijkt. Het is de basishouding waarbij je gevoelsmatig de “hele wereld aan kan”. Het glas is altijd meer dan half vol, rasoptimisme, relativeringsvermogen, nuance….
Dus schrijven over somberheid. Aan mij niet zo besteed.
En toch…. Ik merk dat ik de laatste tijd toch wat last heb van wat er om mij heen gebeurt. Geen depressieve klachten, niet echt somber, maar…. Een ongemakkelijk gevoel is er wel. De polarisatie, de liefdeloosheid, het gebrek aan ruimte die er voor de ander is, de onlogica van complottheorieën (en dan misschien niet eens de theorie ansich maar wel het feit dat mensen op basis daarvan anderen zo definitief uitsluiten of blijven vastzitten in het eigen gelijk (of ongelijk), de politiek, het gebrek aan betrokkenheid.
Het laatste weekend van de herfstvakantie is mijn vader te gast in Heerde. Op vrijdagmiddag rijd ik richting Vianen om hem op te halen. Het zit onderweg niet mee met het verkeer: wegopbrekingen en veel file. Het giet van de dijk en dat doet de voortgang op de weg ook geen goed. Het komt uiteindelijk goed en mijn vader staat als ik aan kom rijden al beneden in de portiek onder het appartement van mijn ouders te wachten met zijn kleine reiskoffer.
Hij ziet er moe uit en ik moet even slikken als hij de auto in stapt. Het gaat niet makkelijk en met moeite en stram neemt hij plaats op de autostoel. “Ik word oud jongen”, zegt hij. “Maar ik heb zin in het weekend, ik heb er naar uit gekeken.”
Even op adem komen in Heerde, dat is het. We rijden eerst nog even langs Batenstein, waar mijn moeder zit. Nog even een kop koffie doen. Het toeval wil dat mijn jongere broer met zijn zoon er ook is. We zoeken een plekje in het restaurant waar we met elkaar een kop koffie drinken.
Mijn moeder heeft het hoogste woord, is een beetje hyper: mijn vader zit er wat stilletjes bij. Het voelt wat ongemakkelijk in dat volle restaurant, waar mijn mijn moeder op elke prikkel reageert, opmerkingen maakt voor- en over alles en iedereen en tegelijkertijd geen verbinding maakt.
Ook niet met ons. Haar ogen stralen, het voelt goed voor haar en tegelijkertijd zit er ook iets van leegheid in. Mijn vader kijkt er een soort meewarig en liefdevol naar. Mijn broer en ik proberen het gesprek gaande te houden.
In de auto op weg naar Heerde vallen stiltes. Mijn vader heeft het zwaar. Je merkt het aan alles. Het lijkt net of zijn stem niet zo luid meer is. Het zal wel van de moeheid komen. We praten over hoe het met hem gaat, over hoe het met zijn vrouw en mijn moeder gaat. “Ze gaat hard achteruit, Erwin”. Maar ik wil dat ze zoveel mogelijk meemaakt en er zoveel mogelijk zijn. Dat laatste staat wat haaks op het advies van de zorgmedewerker, die ik vanmiddag sprak. Haar boodschap was ook dat mijn moeder achteruit gaat, maar dat het in de groep en op locatie best wel goed gaat. Ze is echter vaak van slag als er bezoek is geweest of als ze mee is uit genomen. Wat een dilemma, eigenlijk. Je weet dat bezoek van een ieder die om haar heen staat, haar ook een beetje terug brengt in het heden, in momenten die we zo graag met haar beleven. Maar de rekening die ze voor het op haar tenen lopen (want dat gebeurt er dan) moet betalen, is steeds vaker te hoog.
Loslaten of vasthouden? Het is een onmogelijke vraag. We worstelen er allemaal mee. En mijn vader als vanzelfsprekend helemaal. "Ik zou zo graag zien dat ze bij ons is met kerst, Erwin. Dat ze dat dat nog mee kan maken". We zouden het allemaal zo graag willen, maar de ratio zegt dat het niet verstandig zou zijn. Het kan gewoon niet meer. Ratio en gevoel. Soms zo lastig met elkaar te combineren.
Tijdens onze rit richting Heerde (we hebben alle tijd en staan weer in de file) gaat het over van alles en nog wat, over zijn zorgen, over mijn moeder natuurlijk, over hoe hij naar het weekend uitkijkt en ineens hoor ik hem met een snik in zijn stem zeggen “ik hoop zo dat ik je moeder overleef”. Wie moet er anders voor haar zorgen? Ik mompel iets over dat ze toch in goede handen is, dat deze fase er misschien ook wel bijhoort en dat wij er toch ook zijn. Het zijn open deur uitspraken die kloppen, maar….. om eerlijk te zijn weet ik eigenlijk ook niet zo goed wat te zeggen.
Met een goed glas wijn en een heerlijke maaltijd verloopt het gesprek op vrijdagavond op dezelfde manier. We praten het met elkaar een beetje van ons af. Het is goed op deze manier. Een mooie avond.
Tijdens de clubbijeenkomsten van mijn Rotaryclub is het gebruikelijk dat er iedere keer een zogenaamd 5 minutenpraatje wordt gehouden door een van de leden. Het is een soort uitgesproken column die in het teken moet staan van het jaarthema. Vorig jaar was dat thema "maatschappelijke betrokkenheid", dit jaar moet het over "hoop" gaan.
Deze week was ik aan de beurt om mijn column uit te spreken. Een soort "keek op de week", waarin in ieder geval iets hoopvols uit de afgelopen week gememoreerd zou moeten worden. In deze blog (het is is feitelijk mijn 5 minutenpraatje) een beschrijving van mijn bijna hopeloze zoektocht naar een teken van hoop.
Geïnspireerd door een foto van een Palestijns en Joods jongetje die gearmd als vrienden over een pad lopen, ben ik op zoek gegaan naar tekenen van hoop. Wat een uitdaging. Een hoopvol bericht vinden in een week waarin er zoveel ellende wereldwijd zicht- en voelbaar is.
Bommen op een ziekenhuis, 2 miljoen mensen als ratten in de val op een smalle strook land, zoveel haat en onbegrip over en weer, een klimaatcrisis en wereldwijd iets van 100 miljoen vluchtelingen. Het is iets om hopeloos van te worden. Een zoektocht naar een hoopgevend teken in deze tijd van oorlog, geweld en allerlei crises: het lijkt een "Mission Impossible".
Je kunt denk ik stellen dat hoop en het verlangen naar een positieve wending, feitelijk onlosmakelijk verbonden zijn met een situatie die niet prettig is. In het “diepste van de ellende” wordt de hoop het meest intens en tastbaar.
Het is herfst. Tenminste.. er zijn wat kenmerken zichtbaar van het andere jaargetijde. De temperatuur is wat lager, er razen wat buien over het land en het blad aan bomen begint zo her en der wat te verkleuren. Komende week ben ik vrij. het voelt wat gek, na die 4 weken zomervakantie, die voor mijn gevoel nog maar net achter mij liggen (ik ben nog steeds niet door de vakantiemail heen). Het is het lot van de ambtenaar: niet weten wat je met al die vrije dagen moet doen. Geen noodlot overigens.
Mijn eerste vakantiedag afgelopen zaterdag. Strak blauwe lucht. Heerlijk wandelweer en tijd om de wandelschoenen maar weer eens uit de kast te halen. In de 2 jaar dat we nu in Heerde wonen, heb ik zo’n beetje alle klompenpaden in deze regio gewandeld. Het paddenpad bij Wapenveld had ik steeds overgeslagen. Ik weet niet waarom overigens, maar het was het cadeautje dat ik afgelopen zaterdag mocht uitpakken. Rond half 10 vertrokken bij ‘t Mussennest, het pannenkoekenhuis in Wapenveld. De “Grote Weg” oversteken en dan de polder in. Het apeldoorns kanaal over, richting de IJssel. Verrassend snel loop je in de "middle of nowhere". Langs de plek waar vroeger een klooster (Hulsbergen) heeft gestaan. Het enige dat zo'n beetje aan het klooster herinnert, is het Kloosterbos: het enige rivierbos van Nederland! De wandeling voert langs de rand van dit prachtige stukje natuur. Rechts het bos, links de polder, uiterwaarden en de Zwarte Kolk, waar een reiger aan de rand van het water als bevroren op zijn ochtendmaal staat te wachten.
Het zijn drukke tijden. Er gebeurt veel in en rond Zonnestein. Dichtbij en veraf. Irene en ik vierden half september onze verjaardag. Samen 120. Voor het eerst na de Corona tijd weer eens een wat grootser feest. Met een man of 60 in de tuin rond Zonnestein. Het was prachtig weer en het was mooi om zoveel vrienden en familie te ontmoeten.
Een zomerse middag in een periode dat het eigenlijk herfstachtig zou moeten zijn. Tja... het klimaat. Het heeft ook voordelen dat het wat warmer blijft in het najaar. Klimaatverandering... een hot topic (en dan is "hot" een cynische typering). Ik las ergens dat 80% van de Nederlandse bevolking zich zorgen maakt over de ontwikkeling van het klimaat, de hogere temperaturen, de steeds extremere natuurverschijnselen, overstromingen, zware regen en hagel en bosbranden, wereldwijd.
Ondanks die bezorgdheid en het besef dat er toch wat aan de hand is, verandert er weinig en lijken maatregelen die nodig zijn, niet getroffen te worden. We zitten klem tussen allerlei belangen en belangengroepen in een veel te klein land: boeren, bouwers, industrie, luchtvaart, klimaatactivisten en ga zo maar door. Politici durven geen besluiten te nemen en keuzes te maken, bang dat ze electoraat kwijt raken. Eigenlijk geldt dat laatste voor heel veel spannende onderwerpen. We komen er niet meer uit met polderen.
Op deze plek heb ik al eerder wat geschreven over mijn sportieve activiteiten. Inmiddels ga ik trouw twee keer per week naar de sportschool en werk ik mij daar in het zweet in dat wat men de Milon cirkel noemt. In tegenstelling tot dat wat men beloofde in de reclame uitingen, waardoor ik mij liet verleiden om te starten bij sportschool Bijsterbosch in Heerde, vliegen de kilo’s er niet vanaf in de eerste weken van het Milon programma.
Sterker nog: ik ben nog geen grammetje lichter en mijn moeder (die steeds meer decorumverlies heeft), vraagt regelmatig of ik nog lang moet. En dan duidt ze op een zwangerschap en vraagt ze naar de uitgerekende datum. Ik lach dat dan steeds maar weg met een soort kwinkslag, maar ik moet eerlijk gezegd ook wel wat slikken als ik een foto van mij zelf zie, die op een onbewaakt moment genomen is. En dat onbewaakt slaat dan eigenlijk op het feit dat ik niet in de gelegenheid ben geweest om voor de foto mijn buik wat in te trekken.
Soms lees je op deze plek wat ontboezemingen, die ik inmiddels "zonder schaamrood op de kaken" opschrijf, maar misschien ook niet zo handig of verstandig zijn om over je zelf te schrijven. Wellicht ook een vorm van decorumverlies?
Zo’n 52 jaar moet ik terug in de tijd. Ik zal een jaar of 7 geweest zijn. Mijn ouders hadden mij ingeschreven voor een programma-onderdeel van een vakantieweek in Vianen: het bouwdorp.
We woonden nog maar net in dit kleine stadje aan de Lek en ik zou na de vakantie mijn opwachting maken op een nieuwe school. De school staat er niet meer, er zijn nog wat vage herinneringen van die tijd. Soms komt er wel eens een beeld naar boven. Een gezicht van een klasgenoot of groepsleerkracht (die noemde je toen nog meester). Het is vaak een associatie met iets dat je in het heden tegenkomt. Zo ook deze week.
Afgelopen week was ik namelijk een dagje vrij om te helpen bij het Bouwdorp in Hattem. Een initiatief van de Rotaryclub waar ik lid van ben. Voor iets van 80 kinderen van de basisschool een afsluiting in de laatste zomervakantie week. Het bracht wat mooie beelden en zelfs een pijnlijke herinnering terug uit een ver verleden: Het bouwdorp in Vianen.
Ik weet nog dat ik mij er wat alleen voelde. Zomaar gedropt door mijn ouders (ongetwijfeld met de bedoeling om mij kennis te laten maken met de kinderen uit het voor mij nieuwe Vianen). Met name de start was imponerend. Tientallen kinderen die zich met een rush op de stapels hout stortten, terwijl ik daar wat verlegen (zonder hamer, zonder vriendjes, zonder team) tussen stond. Temidden van een soort veldslag om hout te bemachtigen, zodat we konden gaan bouwen. Ik ben uiteindelijk in een groepje ingedeeld, dat al een eind op dreef was. Dat herinner ik me nog. En verder? Als ik het afzet tegen het plezier dat de kids in Hattem hadden: dan moet het wel leuk geweest zijn.
Afgelopen weekend was mijn vader weer een keer in Heerde. Het begint een vast patroon te worden. Eens in de zoveel tijd even op adem komen in Heerde. Op vrijdag opgepikt in Vianen, in de avond wat chillen en bijpraten op de bank bij een goed glas wijn en op zaterdag het bos in voor een wandeling en een goed gesprek. Een soort stoom afblazen, een moment om het hart te luchten en in ieder geval de zinnen te verzetten. Dat is ook nodig. Mijn vader heeft het zwaar. Op deze plek is al vaker geschreven over de situatie van mijn moeder. Ze kan niet meer thuis wonen en is dementerend (en heeft het natuurlijk ook heel zwaar: zeker als ze in haar ziekte proces met toppen en dalen, geestelijk weer even op een top zit en enigszins beseft wat er gaande is). Het is verdrietig allemaal. We hebben er als gezin allemaal last van. Deze ziekte gun je niemand. Je moeder niet, maar ook de kring van geliefden niet die om haar heen staan.
Mijn vader is er logischerwijs ook heel verdrietig van. Het snijdt door de ziel als je hem door emotie overmand, hoort vertellen dat zijn vrouw en mijn moeder zo achteruit gaat, dat ze hem zelfs soms even niet herkent en dag op dag vraagt of ze inderdaad moet blijven slapen in het verzorgingshuis waar ze al vanaf november woont. Mijn vader legt het ieder keer geduldig of ongeduldig uit. Het komt niet binnen en de toelichting is 5 minuten later al weer vergeten.
Het is zomer. Vakantietijd. Na een prachtig voorjaar laat het weer zo eind juli en begin augustus wat te wensen over. In Nederland tenminste. Hoewel... wij mogen echt niet klagen. In de eerste week van onze vakantie waren we op landgoed Tongeren bij Epe en we hadden prachtig hollands zomerweer. Niet te warm, zonnig, soms wat wolken en zo nu en dan een verfrissende bui. Zo'n eerste vakantieweek waarin niets moet, maar alles kan. Wandelen, fietsen, even bij mijn jarige moeder langs, een bezoek aan Harderwijk en vooral genietend van de vrije tijd.
De temperatuur was echt perfect. Dat niet mogen klagen over het weer in de vakantie, geldt zeker voor de tweede en derde week van de vakantie. Niet klagen over het weer, maar zeker niet over de locaties waar we vertoefden. Bijna last minute geboekt, maar lang genoeg van te voren om van de voorpret te genieten. Het was een tip van onze oudste zoon, die er al een aantal keer geweest was: "Vakantie vieren in Montenegro." Nou dat hebben we gedaan. Op zaterdag 24 juli vroeg uit de veren, met de electrische auto richting Rotterdam en vervolgens met de vlieger naar Dubrovnik. Vliegschaamte? Wat was dat ook al weer?
Het is vakantie. En terwijl over heel de wereld de hitte records worden verbroken, genieten we hier van een ouderwetse Hollandse zomer. Niet te koud, niet te warm. Droog en zo nu en dan een bui (die dan eigenlijk geen naam mag hebben). Prachtig wandel- en fietsweer.
We verblijven deze eerste week van de vakantie in ons zomerhuisje op landgoed Tongeren. Er is op deze plek al vaker over geschreven. Ik kom er al vanaf het moment dat ik het levenslicht zag. Het is zo’n beetje de enige plek in Nederland waar je geen goede ontvangst op je telefoon hebt. Een vakantie kan eigenlijk niet beter beginnen, zo zonder telefoon.
Het voordeel van “bekend zijn met de omgeving” is dat je dan ook de paden en weggetjes kent, waar je amper toeristen tegenkomt. Zelfs geen mountainbikers. Over die laatste categorie buitensporters zijn de meningen in den lande verdeeld. Er zijn natuurliefhebbers, die het maar niets vinden dat de luidruchtige groepjes bikers de bospaden onveilig maken. Hoewel ook ik een natuurliefhebber ben, behoor ik tot de categorie mensen die vindt, dat er voor een ieder ruimte moet zijn. Als je die ruimte maar met respect betreedt en volgens mij is dat bij deze groep sporters wel het geval. Ja... er zijn ook aso's bij, maar die bevinden zich ook onder de wandelaars, als je zo naar het afval kijkt wat in het bos wordt achtergelaten.
Bivakkeren in het zomerhuisje op Tongeren. Een betere plek om af te kicken van een te drukke periode op het werk is er niet. Het is al jaren de start van onze vakantie. Zelfs nu dat huisje maar een kilometer of 10 van ons huis in Heerde staat. In dat huis verblijven onze dochters gedurende onze vakantie overigens. Voor ons een woonhuis, voor hen een heerlijke plek om te chillen en vakantie te vieren. Een 5 sterren locatie: alles erop en eraan (zelfs goede ontvangst op je telefoon).
Het is warm. Boven de 30 graden. De vakantie nadert. Voor vrouwlief is de vakantie al begonnen, overigens. 6 weken chillen in en rond het huis. Daar ben ik wel eens jaloers op. Die schoolvakanties in het onderwijs. Toch voelt het in zo’n weekend (zonder al te veel afspraken) voor mij ook al een beetje als vakantie. Een mens (ik in ieder geval wel) is snel tevreden.
Met dit weer kan dat ook bijna niet anders. In en rond het huis doen we met de warmte de zaken in de tuin in de ochtenduren. We genieten van de bloemen, van de vogelgeluiden, het groene gras (de sproei-installatie was een goede investering) en vooral onze hangstoelen onder de pergola.
Vanmorgen vroeg naar de sportschool, in de ochtend nog wat zaterdagklusjes rond het huis en verder gewoon hangen in een stoel, wat mail wegwerken en uiteindelijk op de fiets het bos in, de hei op. Dat vind ik onder andere het mooie van het in deze omgeving wonen.
En hoewel het nu vakantie in deze regio is en de vele campers en caravans afgelopen vrijdag nog file richting veluwe veroorzaakten en dus heel veel drukte in de bossen voorspelden, kom ik echt niemand tijdens de fietstocht tegen. Logisch eigenlijk: welke dwaas gaat er met deze hitte nu fietsend de bospaden op?
Hoewel…. tegen het einde van mijn tochtje dichtbij het Heerderstrand, hoor je ineens het geroezemoes, het geluid van jengelende kinderen en ruik je zelfs op enige afstand van het strand de lucht van zonnebrand in het bos. Tja… een rustig rondje langs het Heerderstrand is er niet bij. Maar ook dat is met deze temperatuur wel logisch.
Soms komt het er gewoon niet van om een blogje te schrijven en een onderwerp uit te diepen. Daar had ik in de aanloop naar deze tekst ook wat last van. “Schrijf dan een keer niets”, zal de willekeurige lezer zeggen. “Er gaat niets mis als je niets schrijft”. Dat is ook zo. En liever geen bericht dan een soort schoolkrant artikel (wat dit wel een beetje geworden is: waarvoor excuus).
“Er is niemand die het zal missen als ze geen actueel blog-artikel op deze plek vinden“. Ook dat is ongetwijfeld waar. Sterker nog: “wie weet überhaupt dat er over en rond Zonnestein en haar bewoners met enige regelmaat een bericht verschijnt?”
Waarom schrijf je dit soort berichtjes eigenlijk en waarom moet het dan openbaar en voor iedereen zichtbaar zijn? Er is een kleine groep trouwe volgers en familie krijgt de berichten vaak ongevraagd in de mailbox. Waarom schrijf je dit soort berichten? Waar komt de behoefte vandaan om dit te doen? Eigenlijk weet ik de vraag niet zo goed te beantwoorden. Is het een vorm van ijdelheid? Facebook en Instagram zijn er groot van geworden. De behoefte van mensen om ziel en zaligheid met de buitenwereld te delen. Feit is in ieder geval dat ik het schrijven leuk vind. Er is meer over te zeggen (en te schrijven), overigens, maar daarover op een ander moment meer.
Er was deze week genoeg om over te schrijven, maar het kwam er zoals gezegd domweg niet van om een onderwerp wat verder uit te diepen. Een beetje moe, te druk op het werk, te veel gedoe aan het hoofd. En dan toch een blog, dus. Een schoolkrant verslag als je het zo wilt noemen met een opsomming van wat gebeurtenissen. Een soort keek op de week. Een beschrijving van een aantal flarden. Een thema of titel kon ik er niet direct op plakken. Of het zou misschien “over de drempel” moeten zijn.
Over de drempel (de eerste flard) moest ik in ieder geval afgelopen week, om weer naar de sportschool te gaan. Mijn laatste sportervaring dateerde van meer dan een week geleden, toen ik onverhoopt moest stoppen. Natuurlijk had ik tegen mezelf gezegd, dat het aan de hitte lag dat ik daar min of meer onderuit ging, maar…. tegelijkertijd knaagde het wel een beetje. Ik zou toch niets onder de leden hebben? Ik vond het toch wel spannend om weer die sporthal te betreden en aan mijn “Milon Cirkel” te beginnen. Een beetje met pijn in de buik, maar…. Na een voorzichtige start, ging het uiteindelijk best goed. Aan de zweetdruppels te merken, was het ook nog een aardige inspanning en domweg hard nodig. De conditie is niet op peil in ieder geval. Zaterdag om 08:00 uur mag ik weer.
Vandaag weer een dagje Bilthoven. Naar het RIVM. Laatste dag van de week. Gisteravond een mooie avond bij de serviceclub. Samen met een mede-rotarian was ik het afgelopen jaar programma commissaris. Dat betekent dat je verantwoordelijk bent voor de invulling van het jaarprogramma: de sprekers uitnodigt, de activiteiten bedenkt en regelt en alles wat erbij komt. Leuk om te doen, maar ook intensief. Gisteravond sloten we het af met een korte terugblik. Ik had mij er toe laten verleiden, om daar ook zingend een bijdrage aan te leveren. Dat zingen werd uiteindelijk een soort rappen en velen zullen zelfs dat er niet in hebben herkend. Een ritmisch uitgesproken “spoken word” zou een betere typering zijn geweest. Maar enfin. Het ligt achter mij en ik heb er goed op geslapen. Ik was na een drukke werkweek en die avond op de Rotaryclub ook gewoon afgedraaid.
Om kwart over vijf gaat de wekker op deze vrijdagmorgen. Je voelt bij het wakker worden direct, dat je aan het weekend toe bent. Als de wekker op maandagmorgen op dit onchristelijke tijdstip afgaat heb ik overigens precies hetzelfde gevoel. Eigenlijk ben ik elke ochtend op dit tijdstip hard aan het weekend toe.
Maar enfin: nadat ik Irene met ontbijt op bed wakker maak (ook al zo’n dagelijks ritueel), stap ik in de auto richting Bilthoven. Temperatuur en atmosfeer zijn heerlijk. Over de Elburgerweg en de Zuidweg: met een open dak zoeft de elektrische kar geruisloos door het stille landschap. Door het bos en langs de heide van de Renderklippen. Er zit vocht in de lucht na de regen van gisteravond en op de heide hangen de witte wieven (neveldampen) in slierten boven de heidestruiken. Het is werkelijk prachtig. Ik rijd er met een gevoel van spijt langs: waarom niet even de auto parkeren en gewoon een half uurtje of langer het bos in, de hei op: die (voor je gevoel) frisse boslucht met die specifieke geur opsnuiven?
Vaderdag 2023. Wat moet je er over schrijven? Het was een mooie en warme dag. Dat sowieso. Mijn dochters waren er. Hartstikke leuk.
Het bezoek aan mijn eigen vader (“voel je niet verplicht, hoor!”, gaf hij via de telefoon door) kwam er vandaag niet van. Volgende week maken we het in Heerde goed.
“Voel je niet verplicht hoor”. Het zijn ook de woorden die ik naar mijn kids uitspreek. Vaderdag en wat aandacht voor je ouders: het hangt toch niet van deze wat door commercie gedreven kleuring af? Hoewel…… hoeveel ouderen leven niet in eenzaamheid? Voor hoeveel oudere vaders is deze dag een van de weinige dagen, dat ze hun kids wel zien? Verplichte kost, een verplicht nummertje… Het is even slikken, dan.
“Van je familie moet je het maar hebben”. Het is een typering die vaak met een wat negatieve lading en wat cynisch wordt gebruikt. In de beste families is er wel eens wat. Hommeles, discussies die wat uit de hand lopen, misverstanden die niet opgehelderd worden, crommunicatie, ruzie of hoe je dat ook wilt noemen. Irritaties (ze zeggen vaak meer over jezelf dan over de ander), die steeds grotere vormen aannemen. Waar het door veroorzaakt wordt is voer voor psychologen.
En natuurlijk voor de TV programma’s, die familierelaties helemaal uitpluizen, als er wat speelt. Het gaat dan voornamelijk om effectbejag, het in beeld brengen van emotie, want dat is goed voor de kijkcijfers. Programma’s als “het spijt mij” of het “familiediner” zijn er in ieder geval groot mee geworden. Toch kan het gelukkig ook anders lopen.
16 juni stond al een tijdje in mijn agenda.
Toen wij in Heerde kwamen wonen ben ik lid geworden van de historische vereniging van Heerde, maar ook van de Bekenstichting.
Het zijn organisaties die actief zijn in de omgeving. Met name de Bekenstichting trok mij, omdat er in de omgeving van Heerde nogal wat sprengen zijn. Ik had om eerlijk te zijn nog nooit van het begrip gehoord, maar had de uitgegraven beken (want dat zijn het) wel vaker gezien.
Als je het preciezer wilt weten, moet je wikipedia er maar even op nalezen: "Een spreng, sprang of sprengebeek is een door mensen gegraven of verlegde beek met zodanige gegraven bronnen dat er onder druk staand grondwater aan de oppervlakte wordt gebracht." Op de Veluwe werden de sprengen met name gebruikt voor de aandrijving van watermolens, voor het maken van papier en/of voor water voor de wasserijen.
Een lange inleiding die alles te maken heeft met 16 juni. Want op deze datum organiseerde de Bekenstichting een excursie naar het Wisselse Veen. De plek dicht bij ons zomerhuisje, de plek waar ik zoveel kindervoetstapjes heb staan, en een plek die ik vaak als startpunt gebruik voor de wandelingen op Tongeren en Welna. Het was de bedoeling om bij een Kleischot te gaan kijken. Iets waar ik ook nog nooit van had gehoord en waar ik heb absoluut geen beeld van had.
Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik het besluit nam. En toen ik het besluit eenmaal had genomen, duurde het ook nog een hele tijd voordat ik er werk van maakte. En om eerlijk te zijn, ging er daarna nog een aantal weken overheen. Uitstelgedrag dat hoort bij iets dat “niet je ding” is en waar je liefst met een grote boog omheen loopt.
Ik had om eerlijk te zijn dus zelf ook niet verwacht er ooit aan te beginnen. Toch is het vandaag gebeurd. Ik ben naar een sportschool geweest. Naar Bijsterbosch in Heerde (als ik nu niet ingeburgerd ben, dan weet ik het ook niet meer, overigens).
Toen ik vanmiddag met een personal trainer naast mij, de eerste machines in werking zette en met de blik op oneindig op een loopband wat zweetdruppels begon te fabriceren, vroeg ik mij ook af, wat ik daar in die snikhete zaal aan het doen was. Waarom niet gewoon hardlopen in het bos, genieten van de natuur, de vogels en het zonnetje? Waarom niet gewoon in een fors tempo wandelen op de Renderklippen in plaats van in zo’n duffe sportzaal?
Het zijn de vragen die achter de argumenten zitten, die ik altijd gebruikte om niet met gewichten aan de slag te gaan en niet naar een sportschool te trekken. Los van het feit dat ik een allergie heb voor mensen die zo met hun eigen lichaam bezig zijn. “IJdelheid der ijdelheden”, of zoiets. Het is of eigenlijk moet ik zeggen: het was niets voor mij.
19 mei moest ik vrij houden. Het werd al maanden geleden in mijn agenda gezet. Op mijn verjaardag werd het duidelijk. Van mijn dochters kreeg ik een bezoek aan een concert aangeboden. Een optreden van Dire Straits, tenminste van dat wat daar dan van over is. De band van Marc Knopfler is namelijk in 1987 gestopt. In Tilburg was de zogenaamde Dire Straits Experience. Een optreden van een muziekband die zo'n beetje het hele repertoire van de legendarische groep zou gaan spelen. Vroeger had ik er een hele stapel LP's (van die vinyl dingen) van. Blijkbaar had ik mij dat wel eens laten ontvallen bij het jaarlijkse oliebollen bakken met mijn dochters. Op de laatste dag van het jaar: met de muziek van de TOP2000 op de achtergrond. Daar komen de nummers van Dire Straits steevast voorbij.
De band die optrad bestond uit een aantal oude knarren. Chris White was de man die ooit in de band speelde. Als enig overgebleven lid van Dire Straits heeft hij een aantal leeftijdsgenoten om zich heen verzameld: top muzikanten uit Engeland. Ze weten het niveau van de oude band moeiteloos te bereiken. Zelfs vocaal, lijkt het net als toen... En toen is dan toch echt iets van 40 jaar geleden...
Al een aantal jaar doe ik op Hemelvaart mee aan het dauwtrappen. Een traditie die al vele decennia bestaat en die voor mij persoonlijk een jaarlijks ritueel werd, toen ik in Lexmond kwam wonen. Daar ging een aantal moedige wandelaars en gemeenteleden van Lux Mundi jaarlijks de polder in om dauw te trappen. De jaarlijkse wandeling bij het ochtendgloren, heb ik voor mij zelf in leven gehouden, ook toen ik naar Heerde verhuisde.
Het dauwtrappen of ‘hemelvaren’ werd in de 19e eeuw gedaan omdat de dauw op het gras een zuiverende en genezende werking zou hebben. Vermoedelijk stonden mensen op Hemelvaartsdag al om drie uur ’s nachts op om zingend en blootsvoets op het gras te dansen. Daar zou de term dauwtrappen vandaan komen. De mensen gingen zo vroeg wandelen omdat de kerkmis ook om negen uur begon en ze daar voor terug moesten zijn. Het gebruik is echter terug te voeren naar de eerste eeuw na Christus.
Waarschijnlijk ontstond het in de Germaanse tijd als onderdeel van de meifeesten. In deze periode van het jaar vierden de Germanen de opkomst van het nieuwe leven in de natuur.
Mijn wandeling bij het ochtendgloren start niet om 03:00 uur in de nacht. Ik ga daarna ook niet naar een kerkmis, hoewel ik wel altijd trouw de kerkdienst op Hemelvaartsdag in de protestantse kerk bezoek. Voorheen bij Lux Mundi in Lexmond en tegenwoordig dus in de Ontmoetingskerk in Heerde.
Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik me tijdens het dauwtrappen niet blootsvoets en dansend door het natte gras voort beweeg. In Lexmond wandelde ik altijd in een groep en ontstond tijdens het wandelen gewoon het goede gesprek. In Heerde wandel ik (noodgedwongen) alleen. In gesprek met jezelf heet dat dan. Irene vindt het te vroeg en medestanders en wandelaars heb ik nog niet gevonden.
Een bijzondere dag. Moederdag. In meerdere opzichten. Natuurlijk vieren we hier ook moederdag. Natuurlijk zeg je dat het niet nodig is, natuurlijk zeg je dat je kinderen er niet speciaal voor naar Heerde moeten komen en natuurlijk zeg je dat het veel te commercieel is en dat alles wat met moederdag te maken heeft, ook wel in de reguliere bezoekjes en ontmoetingen wordt ervaren. Misschien wel juist in de wijze waarop je doorgaans met elkaar omgaat. En zo is het natuurlijk ook.
En toch..... hoe leuk is het als de kids dan toch allemaal hun gezicht laten zien, een aardigheidje kopen en er even helemaal en allemaal zijn.
Moederdag begon voor ons eigenlijk al op zaterdagavond. We hadden een etentje in Woerden en waren rond middernacht weer terug. De auto van onze oudste zoon, stond op de parkeerplaats voor het huis. Even bijpraten bij een borrel of een glas water was er echter niet bij. De kids lagen namelijk al te knorren. Het was doodstil in huis. Het kan verkeren. En eigenlijk moet het niet gekker worden. Op onze kousenvoeten de trap op, om de kids niet wakker te maken. Het is jaren andersom geweest.
Bart, Romee, Lobke en Sara waren in de ochtend op zondag al vroeg in de weer. Een ontbijt in Heerde. Rond 08:00 uur aan tafel. Hartstikke gezellig, even bijpraten en luisteren naar de verhalen over van alles en nog wat, maar vooral over Feyenoord en de bezoeken aan de Kuip die we in het verleden maakten op zondagmiddag.
Ze waren overigens zo vroeg in de weer (om 08:00 uur aan tafel op zondagmorgen is wel heel erg veel van het goede), omdat er hoe dan ook om half 10 in de auto zou worden gestapt: op weg naar Rotterdam. Vol verwachting en optimisme naar het kampioensfeest. Volverwachting, maar toch ook wat gespannen en zenuwachtig. We zwaaiden ze rond kwart voor 10 uit en ze reden met de bekende Feyenoord songs uit de speakers de straat uit. Een prachtige start van moederdag.
Het is lente. Ik schreef er al een keer een blogje over. Na een weekje Athene is het ook in Nederland prima weer. Het levert een relaxed weekend op. De zaterdag hebben we besteed aan de tuin (Irene ging helemaal los met allerlei aangeschafte zomerbloeiers). De zondag ging volgens het patroon dat wel vaker voor de zondag geldt. Een ontbijt met croissantjes, een gekookt ei en wat jus d’ orange. Vervolgens naar de kerk. Koffie met een baksel van Irene en daarna er even tussen uit.
Dat werd deze keer met de fiets. Voor het eerst sinds de winter op de trappers. Zodra je de straat uitrijdt is het al mooi. Over landgoed Bonenburg, via kasteel Vosbergen, richting Wapenveld, het Zwolse bos in. Dan richting Heerderstrand en door de Dellen richting Epe en over het oude spoor weer terug. Bijna 35 kilometer. Het is prachtig. Het appeltjes groen van het jonge blad aan de beuken, doet bijna pijn aan de ogen. Mijn tienerkamer aan de Buizerdlaan in Vianen was ook in die kleur geschilderd. Alle muren wel te verstaan.
Ik moet er nu niet aan denken, maar het groen aan de bomen is prachtig.
De vette lucht van aangebrand vlees en in te veel en vooral oude olijfolie gebakken broodjes (of andere baksels) begint een beetje uit mijn neus te verdwijnen. Hoog boven in de lucht, in het vliegtuig terug naar huis, waar ik dit korte blogje schrijf. Vette lucht: een viertal dagen ingeademd, tijdens ons bezoek aan Athene. Een heerlijke stedentrip die ik voor de tweede keer maakte. Nu met Irene (de eerste keer was met de oudste dochter, toen ze in de brugklas zat). Een midweek Athene: samen te vatten in oude stenen, heel veel toeristen, heel veel stappen (en dus ook blaren), een heerlijke temperatuur, een brandende zon, restaurantjes en de Akropolis (ook oude stenen, maar echt de moeite waard van het apart vermelden).
Ons hotel: aan het het Monastiraki plein (waar altijd geluid en leven is), aan de rand van Plaka, de wijk waar de gewone griek (misschien alleen Zorba nog wel) niet meer komt. Er wordt voornamelijk engels gesproken, maar je hoort ook veel frans, duits en nederlands (het is tenslotte mei-vakantie). Plaka: het bestaat uit restaurants en winkeltjes waar je de stereotype toeristische rommel kunt kopen. De prachtigste (plastic) iconen, beeldjes van griekse oudheden (kopietjes van dat wat echt zou kunnen zijn) en alles wat je in de “I love Greece” sfeer kunt bedenken. Van olijven tot bedrukte T-shirts.
Je vraagt je af wat je er eigenlijk te zoeken hebt, wandelend (lees: sjokkend in een rij) tussen de toeristen (waar dan ook nog de chinezen en japanners bij horen) en struikelend over de luizige katten en vlooierige straathonden.
Voordat we verhuisden naar Heerde, was ik lid van een Rotaryclub. Een organisatie waar "service above self" centraal staat. Een goede doelen organisatie.
Lid van Rotaryclub Nieuwegein en actief binnen een omgeving waar je bijna per definitie een netwerk en vrienden (“vrinden’, zo je wilt) hebt.
Er is veel over Rotary te vertellen. Ook over het stereotype beeld dat er over bestaat: "Sigaren rokende oude mannen, met een glas wijn of een borrel (met een wat rollende R uitgesproken) in de hand, een corduroy broek, een blazer…”
Wie kent het beeld niet? Of het klopt? Volgens mij niet (en soms een beetje). Ik heb tijdens mijn Rotary lidmaatschap van meer dan 20 jaar best veel clubs mogen bezoeken. Ben zelf area gouvernor geweest van een regio met 17 clubs, waar ik met enige regelmaat over de vloer kwam.
En ja…. er zijn dan ook wat traditionele clubs, die wellicht een beetje in buurt komen van het stereotype beeld, maar grosso modo is het toch anders.
En ja: ik ben wat subjectief, maar het is een mooie club mensen in Nieuwegein, waar het altijd goed vertoeven was.
Je kunt er zo naar verlangen. Een beetje groen aan de bomen, een beetje kleur in het leven, in de tuin, in de omgeving. Na de winter (dit jaar weer ouderwets hollands: niet te koud, niet te warm, wat wisselvallig), hoop je al snel dat de temperaturen stijgen, dat je weer de tuin in mag. Het bos is na de winterse periode ook al tijd wat killig, wat doods. Persoonlijk vind ik het geen uitstraling hebben: het lijkt net of al het leven is verdwenen (de vogels bewijzen dan overigens het tegendeel). Irene kijkt er iets anders naar. Die vindt de takkenbende, hoe doods het ook lijkt, juist wel iets hebben.
Ze geniet er zelfs van als we samen ons rondje over landgoed Bonenburg of door de Dellen wandelen.
Maar enfin: uiteindelijk wint het verlangen naar de lente en de bloeiende tuin het bij haar uiteindelijk ook. We kijken de bloembollen de grond uit in ieder geval. En dat lijkt nog te werken ook. De sneeuwklokjes (we hebben er te weinig gepoot), de krokusjes in het gras rond de vlaggenmast en vooral (je kunt er maar blij mee zijn) het onrkruid laat zich zien in de borders. De eerste paardenbloemen maken het feest compleet.
Vroeger wilde ik dominee worden. Theologie als studierichting stond hoog op mijn wensenlijst. Ik kan mij zelfs vaag herinneren dat ik als klein kind op de basisschool zendeling wilde worden.
Niet zo gek, als je bedenkt uit wat voor een nest ik kom. Mijn moeder uit een evangelisch gezin en vader in de geest van Abraham Kuyper opgevoed. Een echte gereformeerde ARP-er.
Zendeling worden: Het zal iets van doen hebben met mijn grootvader. Een geboren en getogen Oldebroeker (Oldebroek: het dorp dat niet zover van de plek ligt, waar we nu wonen), die al op jonge leeftijd actief en betrokken gemeentelid was van de vrije evangelische gemeente Luctor in zijn dorp.
Hij was overigens meer dan betrokken: uiteindelijk werd hij naar Belgie uitgezonden om daar het Evangelie te verkondigen. Predikant in hart en nieren. De rest is geschiedenis: via Genk naar Antwerpen, waar mijn moeder werd geboren en het gezin jarenlang aan de Karel Rogierstraat woonde.
Misschien kwam mijn behoefte als kind om ooit in den vreemde als zendeling aan het werk te gaan, ook wel voort uit het feit dat een broer van mijn moeder naar Congo was verhuisd om daar de Boodschap te verkondigen. Ik had er een erg geromantiseerd beeld bij: het ene kind wil piloot of brandweerman worden. Ik blijkbaar zendeling. Je bent 6 jaar oud en je wilt wat. Zo moet het ongeveer geweest zijn. Betrokkenheid bij kerk en religie is er met de paplepel mee ingegeven, maar is ook nooit verdwenen..
Op deze plek heb ik al regelmatig iets geschreven over hoe het met mijn ouders gaat. Mijn moeder is aan het dementeren. Het is haar ergste nachtmerrie. Vergeetachtigheid en verwarring. Van vergeetachtigheid heeft ze al een aantal jaar last. De verwarring is van de laatste periode. De combinatie heeft gemaakt, dat ze niet meer thuis woont en is toevertrouwd aan de zorg in Batenstein: het bejaarden- of verpleeghuis dat op 150 meter van haar eigenlijke woonadres ligt. Het woonadres waar mijn vader nu alleen woont.
Het is verwarrend. Verwarrend voor mijn moeder, die soms goede dagen- en steeds vaker ook voornamelijk slechte dagen heeft. Het is ook verwarrend voor mijn vader. Hij snapt het wel, maar begrijpt het niet. Of andersom. Het heeft met niet kunnen accepteren, niet willen zien te maken. Ook met vasthouden aan iets wat niet meer bestaat en zeker niet meer terugkomt. Vasthouden ook aan iets wat er soms, zo maar weer lijkt te zijn. Een vrolijke vrouw, je partner, die converseert alsof er niet aan de hand is.
Het is ook verwarrend voor ons. We snappen het wel, zien het ook, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen: je wilt het niet begrijpen en niet accepteren.
De momenten in Vianen bij mijn moeder in Batenstein of thuis in het appartement (ze gaat elke zondag even terug naar huis), zijn ouderwets gezellig. En ja… de herhalende vraag is soms vermoeiend, maar tegelijkertijd het is het gesprek, de glimlach, het grapje van mijn moeder (zoals ze dat altijd kon maken: nu soms overigens wat dubbelzinniger, dan voorheen), maar het is ontegenzeggelijk je moeder (en ook weer niet).
We maken er tijdens de gesprekken maar grapjes over. We lachen het wat weg. Zeker als ze voor de tiende keer in een kwartier vraagt of ik ook met deze bril naar mijn werk ga. Ze bedoelt eigenlijk te zeggen: “dat meen je toch niet…”, ze bedoelt eigenlijk te zeggen dat ze mijn bril (met een gedeeltelijk oranje montuur) niet mooi of leuk vindt. We lachen erom en leggen keer op keer uit, dat ik de bril echt ook op mijn werk draag.
Er zijn van die zeldzame momenten, die alleen daardoor al het vermelden waard zijn. Zo'n moment was begin maart (om precies te zijn op 11 maart). De wereld was ineens wit. Precies op een zaterdag waarop ik had afgesproken om met mijn jongere broer Marcel te gaan wandelen. Ook dat is misschien wel bijzonder. We hebben veel contact met elkaar. Zeker omdat er natuurlijk veel te bespreken is met betrekking tot onze ouders. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat we elkaar in de praktijk of in levende lijve, zoals dat heet, niet zo heel vaak zien. Dus ook bijzonder om met elkaar een ochtend op pad te gaan.
We hadden afgesproken op landgoed Tongeren waar hij een weekend in ons zomerhuisje bivakkeerde. Dat huisje ligt op een prachtige plek in het buurtschap Wissel. We komen er al van kinds af aan en kennen de omgeving als onze broekzak. Een winterse wandeling is echter extra bijzonder, want zo vaak zijn we ook niet in Epe als er sneeuw ligt. Nu dus wel. En de beelden spreken eigenlijk voor zich.
Een aantal jaar geleden (toen DWDD nog bestond en Mathijs van Nieuwkerk niet in ongenade was gevallen) was Jan Terlouw een graag geziene gast in de talkshows op TV. Bij "De Wereld Draait Door" haalde hij herinneringen op aan de periode dat het touwtje nog gewoon uit de brievenbus kon hangen (omdat geluk toen nog heel gewoon was), zonder dat je bang hoefde te zijn voor ongewenst bezoek. De deur stond min of meer altijd open als een welkom, voor een ieder die even wilde aanwaaien. Een “spoken word” dat stond als een huis en min of meer viraal ging.
Een van de prachtige momenten met Jan Terlouw is als hij een gedicht over de IJssel voordraagt. Zijn IJssel! Tegenwoordig ook "onze" IJssel.
Op deze site vind je veel berichten over het bos, de heide en de wandelingen en fietstochten, die we op de smalle bospaden in de omgeving van Heerde maken. Vanuit ons huis is het echter ook maar een paar kilometer naar de IJsseldijk en de rivier. In onze vorige woonplaats woonden wij aan de dijk en keken we uit over de Lek en de uiterwaarden. De smalle dijk langs ons toenmalige huis lijkt in de verste verte niet op de dijk die langs de IJssel loopt. De IJssel is een veel kleinere rivier en meandert ook meer in grotere en kleinere bochten. Ik vind het prachtig. En ik hoop niet dat ik de bewoners uit de Vijfheerenlanden (onze vorige woonomgeving) erg beledig, door te zeggen dat de IJssel veel mooier is dan de Lek. De schoonheid maakt overigens wel dat het een geliefde route is voor motorrijders, wielerpelotons en wandelaars. Met gevaar voor eigen leven op een mooie zondagmiddag de dijk op. Dat is dan wel weer een overeenkomst met de Lekdijk.
We fietsen graag langs de IJssel. We komen graag in Veessen, waar we het kozakkenveer naar de overkant nemen. Over de dijk naar Olst en weer met het pontje terug. Dat kan ook bij Wijhe. Het is prachtig. Van die typische boerderijen, de boomgaarden (in bloesemtijd helemaal prachtig) en altijd weer die kronkelende IJssel. Het is gewoon genieten.
Afgelopen februari (voor mij was het de tweede jaar) mocht ik samen met wat leden van de rotaryclub weer hagen snoeien in de Uiterwaarden aan de IJssel. Zo mooi, zo prachtig, zo indrukwekkend. Los van het zware werk natuurlijk, is het heerlijk om "in the open" met de IJssel in de rug of voor de neus in de buitenlucht actief te zijn. De foto's en beelden spreken voor zich.... dat doen de beelden van de zomerse fietstochten langs de IJssel ook natuurlijk.
Er is altijd wat te doen in of rond huize Zonnestein. Zo zou je het al die blogjes op deze site lezend misschien wel kunnen samenvatten.
Toch is het een aantal maanden wat stil geweest op deze site. Geen nieuwe berichten in de periode na november. Je zou zomaar kunnen denken, dat er niets te melden was.
Het tegendeel is echter het geval. Maar de drukte en de veelheid aan activiteiten, heeft ook tot een soort writersblock geleid.
In deze eerste blog na een periode van radiostilte, vind je op deze plek dus een keer een “grote stappen en snel thuis blog”, waarin wordt teruggekeken op een paar maanden.
Dan moet je op deze plek misschien wel beginnen met een short story over Sinterklaas. Doorgaans immers begin december te vieren? Het lukte echter in Zonnestein (een aantal Corona gevallen op een rij) niet om in de decembermaand een datum te vinden. Tenminste: de geplande datum moest steeds worden opgeschoven en het werd uiteindelijk ergens in januari in Utrecht op de Maliebaan. Een mooie avond met veel te veel cadeaus. Prachtige gedichten, mooie verhalen en quality time optima forma.
Je kunt direct de conclusie trekken dat het niet perse 5 december hoeft te zijn om er een sfeervolle familie-happening van te maken. Sommige cadeautjes waren voor de kerst, maar die komen in december 2023 ongetwijfeld ook van pas.
Kerst begonnen we dit jaar op de Renderklippen op kerstavond. Een bijzondere context en omgeving. Het was koud, mistig en erg druk. Hoornblazers op de heide maakten het bijzonder. Grappig was dat een van mijn collega's ook op de hei aanwezig was. Het kan verkeren, maar had toch ook iets bijzonders. Niet in de minste plaats omdat zij met haar familie gluhwein bij hadden.
Afgelopen week moest ik even naar het gemeentehuis in Heerde. Een VOG aanvragen. Het gemeentehuis in Heerde ligt dichtbij Zonnestein en ik wandelde daar tussen twee online vergaderingen even naar toe. In de grote hal, waar ook de receptie en de balies zijn, was het stil en leeg. Alleen de dame achter de receptie zat er en de medewerker die de burgerzaken afhandelt. Dat kwam voor mij goed uit, want ik had weinig tijd. Geen rij, een leeg gemeentehuis en alle mensen aanwezig om mij te kunnen helpen.
“Heeft u een afspraak vroeg de allervriendelijkste dame achter de receptie.” Toen ik de vraag ontkennend beantwoordde, keek ze wat bedenkelijk. “Alles gaat hier op afspraak.” Ik probeerde nog even met “ik heb het formulier al ingevuld, het kost geen tijd, volgens mij hoef ik alleen mijn paspoort maar te laten zien”.
De ambtenaar naast de receptie aan de andere balie keek enigszins verstoord op en mengde zich in het gesprek: “we moeten het formulier overtypen, meneer”. Ik legde mij er maar bij neer en vroeg wanneer ik dan terecht kon. De dame achter de receptie tuurde wat naar het scherm en zei: “om 10:45 uur, meneer.” Het was op dat moment 10:30 uur in het verder volstrekt lege gemeentehuis. Vol ongeloof ging ik op een bankje zitten tegenover balie en receptie. De dames achter hun schermen, keken wat meewarig naar mij, ik keek wat chagrijnig terug en deed maar wat zaken op mijn Iphone.
Om 10 over half elf riep de dame achter de balie: “Komt u maar meneer Verboom, het kan nu wel even”. Om kwart voor elf stond ik weer buiten. Verbaasd over zoveel ambtenarij (Ik ben zelf ook ambtenaar, overigens) en gebrek aan flexibiliteit. De vriendelijke dames achter de balie denken daar ongetwijfeld anders over. Ze waren zo flexibel om mij even in te passen en zelfs versneld te helpen, zal ongetwijfeld hun beeld van de situatie zijn. “Het is maar net hoe je er naar kijkt.”
In ons vorige huis, was er weinig ruimte voor muurdecoratie. Eigenlijk was er slechts 1 wand in de woonkamer waar we een schilderij konden ophangen. In Zonnestein is dat wat anders. De muren zijn sinds de verhuizing nog steeds zo goed als leeg. Er hangt slechts een kunstwerk boven de gashaard. Een prachtig werk (en dat is subjectief: maar smaken verschillen) dat ik ooit via de kunstafdeling van Rabobank kocht. Een werk van Marc Mulders (een Nederlandse schilder, aquarellist, fotograaf en glazenier).
Lege muren…. je zou het minimalistisch kunnen noemen en er zijn mensen die daar dan toch voor gaan. Wij wilden toch nog wat meer aan de muur. Maar wat hang je daar dan op? Dat is in de praktijk wat lastiger dan je denkt. Tenminste voor ons dan. Modern of traditioneel, abstract of figuratief. Schilderwerk of foto. Welk thema moet het dan zijn? Er hangt en staat al wat religieus georienteerd materiaal in onze woonkamer. Elizabeth van Thuringen is ons pronkstuk (een prachtig beeld uit een Vlaamse kerk) en ik was zelf op zoek om in aanvulling daarop een icoon of iets dergelijks aan toe te voegen. Maar vind dan maar iets dat betaalbaar is en past in de setting. Via een goede bekende uit Heerde, een kunstliefhebber en eigenaar van een kleine galerie, waren we een kunstwerk op het spoor. Een wandkleed. Hij is er speciaal voor naar Dusseldorf gereden om het te beoordelen, maar het was niet van goede kwaliteit.
De zoektocht ging verder. Je begint internet af te grazen, je krijgt zo her en der wat suggesties, maar …. de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat onze smaken dan toch ook wat verschillen. Ik zou het liefst een modern stuk aan de muur hangen, Irene is er niet van.
Mijn vorige blog ging over een heerlijke week in Parijs. Wat er niet in vermeld werd was het feit dat er die week voor mijn moeder een kamer beschikbaar kwam in het verzorgingshuis Batenstein te Vianen. Een kamer op een gesloten afdeling.
Eerder werd het al eens in een blogje op deze site vermeld: mijn moeder lijdt aan geheugenverlies en heeft een tijd geleden de diagnose dementie gekregen. Er is veel te schrijven over het ziekteproces, de bezorgdheid bij ons allen, de onmacht die het met zich meebrengt (je staat er bij en je kijkt er naar) , de lastige situatie thuis en natuurlijk de (mantel)zorg voor mijn moeder die voornamelijk op de schouders van mijn vader terecht komt. Het is een zware periode. Emotioneel en in meerdere opzichten zeer belastend.
Dementie: een verschrikkelijke ziekte. Het sluipt er in en is bij mijn moeder, als we er nu zo terugkijken, al jaren geleden begonnen. Dingetjes die vergeten worden, het opnieuw aansnijden van onderwerpen die net al aan de orde zijn geweest, steeds vaker opmerkingen en grapjes die net niet kunnen, vaker stemmingswisselingen en uiteindelijk ook een vorm van verwardheid en het verlies van decorum. Een ziektebeeld dat dan ook nog eens met ups and downs gepaard gaat. De ene keer lijken de symptomen erger dan de ander. Verwarrend voor mijn moeder, maar zeker ook voor de omgeving. Het maakt ook dat je het lang voor de buitenwereld verborgen kunt houden.
Het is een hele tijd geleden. De tweede week van oktober in 1985. Irene en ik waren in Parijs. Jonge twintigers waren we nog. Naïef misschien wel. We hadden een midweek of een lang weekend (ik weet het niet meer) geboekt. Met z’n tweetjes in een goedkoop IBIS hotel aan de rand van het centrum. Een heerlijke week was het. Strak blauwe luchten en genietend van stad, terrasjes, de parken, Versailles en zelfs Fontainebleau en Barbizon. Een heerlijke periode, die we bekroonden met een verloving in de stad van de liefde. Voor onze familie een verrassing. We hadden hen bij vertrek naar Parijs een kaartje (zo'n ding met een postzegel) gestuurd met het aantal uren, minuten en secondes dat we al verkering met elkaar hadden. Dat was toen ook al een jaar of 6.
Kinderen waren we, maar…. oud genoeg om een verbintenis aan te kondigen. Foto’s van het moment in restaurant de Melrose (zo heette de tent waar het gebeurde) moeten nog ergens in een oude doos liggen. Ringen uitwisselen in een voor ons (op dat moment) chique restaurant: een bekroning na een heerlijke week Parijs, een bekroning na 6 jaar verkering en een mooie start van dat wat je (als je zo jong dit soort keuzes maakt) een lucky shot zou kunnen noemen. Het heeft goed uitgepakt.
Elk lid van Rotaryclub Hattem-Heerde verzorgt gedurende het jaar tijdens een van de bijeenkomsten een korte inleiding op een thema. Dit jaar gaan deze inleidingen over samen en de rol die je maatschappelijk vervult. Afgelopen donderdag mocht ik de inleiding (feitelijk een column) verzorgen. Voor de geïnteresseerde lezer is deze column hieronder integraal opgenomen.
Sociale betrokkenheid daar moet deze column overgaan. Dat is eigenlijk een vreemde titel, omdat er een vorm van dubbelheid in dat onderwerp zit. Sociaal en Betrokken, het zijn begrippen die heel dicht tegen elkaar aan liggen. Als je er op googled vind je de combinatie “als titel” ook niet zo vaak op internet.
Googelend op “sociale betrokkenheid” kom je wel begrippen als sociale cohesie, participatie, maatschappelijke betrokkenheid of sociale bewogenheid tegen. Er is veel over te zeggen en heel veel over geschreven.
Omdat dit praatje over persoonlijke inzet en motivatie moet gaan, kom ik dan voor mijzelf uit op begrippen als sociale bewogenheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid en naastenliefde.
Met dat laatste begrip ben ik in een protestants gezin groot gebracht. Kijk naar de ander, zoals je ook naar je zelf kijkt en handel daar ook naar, wie het ook is en waar hij of zij ook vandaan komt. En daar hoort (met de paplepel ingegeven) ook bij dat je daar niet te veel over zegt en er niet mee te koop loopt. Laat de linkerhand niet weten wat de rechterhand doet. Op ondersteuning in deze sfeer laat je je niet voorstaan. Dat doe je gewoon, in stilte en bescheiden. Service above yourself noemen we dat volgens mij. Het is een van de redenen, waarom ik lid ben geworden van rotary.
Eigenlijk past het dan niet zo goed om hier te vertellen wat je allemaal doet voor de ander en je omgeving. Maarja: vraag was toch om iets te vertellen over dat wat je op dit moment als vrijwilliger doet en waarom.
Over het waarom heb ik net al iets gezegd. Er is overigens veel vrijwilligerswerk dat vast zit aan je eigen welbevinden. Het schoolbestuur omdat je kids op school zitten, de sportvereniging omdat je daar lid van bent of de buurtvereniging. Werkend binnen de context van je eigen sociale en maatschappelijke kring. De grenzen van die kring kan je daarbij ook steeds verder oprekken. Het bestuur van het museum, de thuiszorg organisatie, de politiek. Het zijn vrijwilligersactiviteiten gericht op de maatschappelijke omgeving en gemeenschap waar je zelf deel van uit maakt. Verbonden met je leefomgeving.
Of die verbinding zich dan richt op het dorp, de stad, de provincie, het land, europa of de hele wereld is dan sterk afhankellijk van waar je je betrokken op voelt. Hoe ver gaat je maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel? Met wie kan en wil je je nog identificeren? Onbekend maakt dan helaas ook vaak onbemind. Voor een naamloos en anoniem medemens komen we minder snel in beweging.
Voor mij persoonlijk zit sociale betrokkenheid sterk op die laatste groep mensen en word ik geraakt, de kwetsbare naamlozen, een ieder die er niet meer alleen uit komt en een ieder die afhankelijk is van een ander. Het is misschien een open deur, maar ik vind het belangrijk omdat ik vvan mening ben dat ieder mens er altijd en overal mag zijn en een volwaardige plek op deze aarde verdient.
Ik ben al een aantal jaar actief bij Villa Vrede in Utrecht. Daar worden mensen opgevangen die hier niet mogen zijn. Ongedocumenteerden, vluchtelingen. Mensen zonder naam en burgerservicenummer (en dan besta je eigenlijk niet). Het is een kwetsbare groep (een klein deel van de bijna 100 miljoen mensen die wereldwijd op de vlucht zijn), mensen die we in tegenstelling tot vluchtelingen uit Oekraine als maatschappij niet zomaar op willen vangen. We noemen ze vaak gelukszoekers.
En dat is best een intrigerende kwalificatie en een vreemd criterium om iemand uit te sluiten. We zoeken immers allemaal naar geluk, naar vrijheid naar welzijn en welvaart. Waarom mag ik als gelukzoeker (en iemand die er ook niet voor gekozen heeft om hier geboren te worden) hier wel zijn en een ander niet?
Ik luister veel naar de indringende verhalen van de mensen die we daar opvangen en de ontmoetingen raken me iedere keer weer opnieuw. De bezoekers hebben veel meegemaakt, mensonterend vaak, mensonwaardig en ja er zit ook een heel klein percentage boefjes bij. We bieden ze het hoogst noodzakelijke: eten en een plek waar ze op adem kunnen komen. En ze krijgen weer een naam en een gezicht, een beetje perspectief. Een beetje een thuis: Villa Vrede. Gewoon omdat ieder mens (ook het boefje) er mag zijn.
Sociale betrokkenheid: waar zouden we zijn zonder de ander…..
3 weken vakantie. Het is volgens mij lang geleden dat ik zoveel dagen achtereen vrij had. We hadden niet echt plannen gemaakt. Hoewel.. het eerste weekje ligt dan bij voorbaat eigenlijk al vast. Ons zomerhuisje in Epe. Wat moet je er zoeken zo dicht bij je eigen huis? Dat is een vraag die we nu regelmatig krijgen. Gewoon omdat je daar letterlijk en figuurlijk af kunt schakelen. en dat hebben we gedaan op een plek die al bijna 60 jaar een van mijn vaste vakantiebestemmingen is. Domweg genieten van bos, hei, wandelen en heel veel fietsen.
Op de fiets op vakantie: een fietsvakantie die qua reisafstand geen naam mag hebben, maar…. Het toch is. Eerst de bekende route door het bos en over de heide. Richting Wissel en over het prachtige landgoed Tongeren. In het huisje is het bereik op het mobiel dramatisch (volgens mij de enige plek in Nederland waar je niet goed kunt bellen), maar dat maakt het afschakelen alleen maar beter.
We hebben vakantie. Het was altijd al een keer een wens van mij om een wandel- of een fietsvakantie te doen. Het is een fietsvakantie geworden. Irene is niet voor de andere variant te porren. Rugtas op, wandelschoenen aan en lopen: het is niet aan haar besteed.
Dan maar fietsen dus. Het klinkt mooier dan dat het is overigens. Vanuit Heerde op de fiets naar Tongeren, waar het familiehuisje staat, is het precies 12 kilometer trappen door de bossen. Vakantie in het zomerhuis van de familie: dat is traditioneel altijd het startpunt van onze vakantie. Midden in het bos een beetje afschakelen.
Met een beetje omrijden kom je dan nog op 20 kilometer fietsen vanuit Heerde. Het is een prachtige tocht, dat moet gezegd worden: we wonen ook in een prachtige omgeving. Maar het predikaat fietsvakantie mag de tocht toch niet hebben. Zeker als je bedenkt dat we op onze E-Bikes over die prachtige paden scheuren. Weg is dus het romatische beeld van het fietsen en afzien: heuvel op en heuvel af. Het mag geen naam hebben.
Eigenlijk is het een dorp van niets. Er loopt een drukke weg doorheen, het heeft een kerk (meerdere zelf), wat winkels, een kroeg en er wonen mensen. Meer is het niet: Oldebroek. Wie kent het niet?
We hebben er al wat fietstochten naar toe gemaakt. Via Wezep (dat hoort ook bij de gemeente), door de bossen en de landerijen richting dit verlaten (maar toch altijd drukke) oord.
Het dorp wordt grofweg in tweeën gedeeld door de provinciale weg die er dwars doorheen loopt. Er gaat veel verkeer over deze Zuiderzeeweg: het oversteken van de weg lijkt een beetje op Russisch roulette: de vrachtwagens minderen amper vaart en het 50 kilometer bord lijkt eerder een startpunt om het gaspedaal wat in te drukken dan om wat te minderen. De vele traktoren die door het dorp rijden zorgen er in ieder geval met hun lagere tempo dat je zo nu en dan toch de weg kunt oversteken.
Wat heb je er te zoeken, zou je kunnen zeggen. De natuur rondom het dorp is overigens prachtig. Dat dan weer wel. Bosrijk, maar je ziet ook het polderlandschap en de landerijen die laten zien dat het Zuiderzee gebied is. De weg naar Elburg vanuit het dorp is gemakkelijk en snel gevonden in ieder geval. Natuurlijk is het landgoed Morren (zo heet het volgens mij) erg fraai. Het landhuis wordt bewoond door oud-politicus Marcel van Dam en zijn vrouw Milou. Zij hebben het gerestaureerd en er veel werk van gemaakt. Het is een huis dat je niet snel aan een socialist zou toeschrijven, maar deze PVDA partijbons woont er al jaren. Ze hebben het in ieder geval getroffen en wonen er prachtig.
Ondanks het feit dat het een dorp van niets is, kom ik er graag. Irene fietst altijd gewoon maar mee (het zal met het feit te maken hebben, dat ze fietsen leuk vindt: het zal niets te maken
hebben met aantrekkingskracht van het dorp). De reden van die bezoeken heb ik al eens eerder in een blog gememoreerd. Mijn opa is er
geboren. Een echte Oldebroeker (of zeg je Oldebroekenaar?). Zijn geboortehuis staat ook aan de weg die ik net beschreef en vroeger in de dorpskern gewoon Dorpsstraat heette.
Het was al een keer of 2 uitgesteld vanwege Corona en de tickets lagen eigenlijk al meer 2 jaar op de plank. Tickets voor het concert van Queen (en Adam Lambert). Ja echt… Queen: ze leven nog!
Oude mannen (eigenlijk zijn er nog 2 van de oude band over) die de muziek levend houden die ze ooit samen met Freddy Mercury maakten. Het was de tweede LP die ik ooit als tiener kocht: A Night at the Opera.
Daarvoor was ik fan (ik durf het nu wel te zeggen) van Mud, een of ander boyband uit Engeland die met hits als Tigerfeet en Dynamite de hitlijsten bestormde. Ik vond het wel leuk en kocht daar de eerste LP van. Het zal in 1974 geweest zijn. Toen nog niet zo goed wetend dat het eigenlijk wat namaak en commercieel marketing gedoe was.
Ach… je bent 11 jaar (of zoiets) en kiest je idool, omdat iedereen het doet en besteed je gespaarde guldens aan Mud Rock. Toch veel gedraaid overigens (iets dat ik nu met het schaamrood op mijn kaken schrijf). Hoe anders was het met mijn tweede LP. Een LP van Queen. Een jaar later gekocht. Grijs heb ik dat ding gedraaid op mijn oude pickup (overgenomen van mijn ouders) en wat moest ik die installatie vaak dan weer wat in volume terugdraaien als ik “You’re my best friend” (dat vond ik een van de betere nummers op dat moment) weer te hard op had staan en mijn vader naar boven stormde met de mededeling dat we niet alleen in de buurt woonden. Met "love my life" (ook al op die LP) keerde de rust altijd weer terug. Toen ik een aantal jaar terug de film, Bohemian Rhapsody zag, realiseerde ik mij pas hoe bijzonder dat nummer was.
Er is op deze site al veel over onze start in Heerde geschreven. Diverse blogjes over het wel en wee van de bewoners van Zonnestein. We wonen nu iets meer dan een jaar in het dorp. We hebben onze weg wel gevonden. We wonen er met heel veel, plezier, genieten van tuin, huis en omgeving en langzamerhand voelen we ons thuis in de lokale gemeenschap.
Irene heeft haar draai ook wel gevonden als het gaat op het werken op de scholen in de omgeving. In de hele regio heeft ze invalbeurten op scholen verzorgd. Van Zutphen tot tot aan Epe. In gehuchten, dorpen en plekken waar je niet zomaar een schooltje zou verwachten. Meestal in de onderbouw. Het was leuk om de omgeving en de scholen wat te leren kennen. Haar basis (van waaruit ze werd ingezet) was echter de Anne de Vries School in Epe. Midden in het dorp. Daar gaat ze komend jaar ook aan de slag. Niet meer als invaller, maar gewoon voor een vaste groep. Op de fiets naar je werk: beter kan je het niet hebben.
Hiep hiep hoera.
Vandaag is het 1 juni. Precies 1 jaar geleden werden we de trotse eigenaars van Zonnestein. Ons koopcontract (met de handtekeningen van verkopers en kopers) is vandaag dus jarig. Een feestje waard zou je zeggen. Dat feest vieren we echter day-by-day, tenminste: zo voelt het. Elke wandeling, elke fietstocht elke beweging richting dorp en supermarkt levert nog steeds een "wow-gevoel" op. We genieten van ons huis en de omgeving: deze site en deze blogjes spreken letterlijk en figuurlijk boekdelen. We leven voor ons gevoel op een A-locatie en dat werd afgelopen week nog eens onderstreept met een wegomleidingsbord voor ons huis.
Om eerlijk te zijn ben ik niet zo van de Podcasts. Ik vind het gewoon vervelend om van die oortjes in te hebben. Tegenwoordig moet je al zoveel vergaderen achter het scherm en dan mogen die oortjes ook in. Het mooie is natuurlijk dat je met die oortjes wat beter kunt luisteren naar hetgeen gezegd wordt. Gewoon omdat achtergrondgeluid daarmee wordt weggepoetst. En daar zit precies mijn bezwaar bij het afluisteren van Podcasts. Wandelend luisteren naar een podcast, veegt het achtergrondgeluid weg van de musicerende vogels, het geruis van de wind, het geritsel van de bladeren en ga zo maar door. Een voordeel en een nadeel. Voor mij dus voornamelijk het laatste, omdat het je een soort afsluit van de werkelijkheid. Onzin… of niet. Als je verdiept bent in een goed boek of naar een interessant TV programma kijkt, gebeurt precies hetzelfde. Een idee-fixe dus. Maar toch…
Het gaat niet goed met mijn moeder. Tenminste… dat zegt ze zelf en dan wijst ze naar haar hoofd. Haar geheugen laat haar regelmatig in de steek en dat leidt steevast tot het herhaaldelijk dezelfde vraag stellen of opmerking plaatsen. Niet gemakkelijk voor haarzelf en ook niet voor de omgeving.
"Ouderdom komt met gebreken", wordt gezegd en dat is natuurlijk ook zo, maar het blijft confronterend voor de mensen die dicht om mijn moeder heen staan en niet in de minste plaats voor haarzelf. Hoe geef je het een plek? Op welke wijze kan je er goed mee omgaan? Wanneer gaat vergeetachtigheid over in dementie? Het zijn vragen die we ons zelf stellen en die mijn moeder zich zelf ook stelt.
“Ik heb er in gewerkt, ik weet wat mijn voorland is…” zijn de standaard zinnen die dan vaak volgen. Maar hoe dat dan een vervolg moet en gaat krijgen is niet duidelijk. Je wil er eigenlijk ook niet aan denken, hoewel de huidige situatie ook pijn doet, spanning oplevert en het er voor ons en vooral mijn vader ook niet gemakkelijk op maakt. Mijn moeder merkt steeds fijntjes op, dat het voor haar zo lastig is om vergeetachtig te zijn, maar dat het ook zo moeilijk voor mijn vader is: “Hij kan er maar moeilijk mee omgaan”, zegt ze dan. Ze heeft gelijk. Het is ook moeilijk, vermoeiend en leidt tot spanning en stress. En toch…. Er zijn zoveel mooie momenten die je met elkaar mee maakt.
Een aantal jaar geleden kreeg ik van Bart een cadeau voor mijn verjaardag. Hij weet dat ik graag naar de muziek en de teksten van Stef Bos luister. Het cadeau was de de uitnodiging om een keer naar een concert van Stef Bos te gaan. Er ging wat jaar overheen, maar afgelopen donderdag was het zover. Bart mailde een week of wat geleden of ik donderdag 7 april wat te doen had. Op zo’n donderdagavond staat doorgaans de Rotary op het programma, maar toen hij vertelde dat Stef Bos op zou treden in Zwolle en dat hij daar kaartjes voor had, was de keuze snel gemaakt.
Afgelopen donderdag was het zover. Bart diende zich rond half 6 aan en even later zaten we aan tafel. Stiekem had ik in de ochtend al wat van het repertoire gedraaid om in de stemming te komen. Vaak kom het het er niet van om de muziek thuis te draaien, want vrouwlief vindt 1 song nog wel leuk, een tweede lukt nog net, maar daarna komt altijd het indringende verzoek om iets vrolijkers en minder eentonigs op te zetten. Tja… cultuurbarbaren komen in de beste families voor.
Vlak voordat we verhuisden van Lexmond naar Heerde, maakte ik dagelijks een ommetje. Aan de hand van een app liep ik voor dag en dauw minimaal 20 minuten rond het Vogelnest. De dijk op, zicht op de uiterwaarden, het dorp door. Voordat de dag op gang komt de gedachten ordenend, het hoofd leeg makend en stappen zetten. In de aanloop naar de verhuizing, tijdens de verbouwing en na de verhuizing zelf kwam het er eigenlijk niet van om deze mooie gewoonte in praktijk te brengen.
Natuurlijk wandelen we hier, maar de korte ochtendtrip van minimaal 20 minuten miste ik toch ook wel een beetje.
Een tweetal maanden geleden heb ik de draad weer opgepakt. Ik schreef er al eerder een blog over. Daar waar ik kort na de winterse periode in de ochtenduren nog in het donker liep, zijn de wandelingen in de periode echt bij ochtendgloren. Het levert mooie plaatjes op. Zeker nu het in deze dagen zulk prachtig weer is. Er is feitelijk elke dag wat te zien en te genieten van het ochtendlicht en de langzaam tot leven komende omgeving. Dat zo’n ommetje niet alleen prachtig is in de mooie omgeving, waarin we nu wonen, bleek afgelopen week toen ik voor een tweedaagse conferentie in Utrecht verbleef.
In Oekraine is het al een aantal weken oorlog. Rusland viel het land binnen. Er is veel over te zeggen. Het is in ieder geval een humanitaire ramp. De beelden en verhalen die je dagelijks voorgeschoteld krijgt, liegen er niet om. Wat een ellende. Het conflict raakt ons allemaal en wordt ook hier steeds meer voelbaar. De vluchtelingenstroom is immens. De neiging om van hieruit in beweging te komen wordt groter en groter. Die beweging is voornamelijk gericht op de humanitaire hulp. Giro 555 haalt miljoenen op, onze Rotary club is actief met het inzamelen van hulpgoederen en vrachtwagens met voedsel, medicijnen en winterkleding gaan naar het oosten.
Het leuke van verhuizen naar een nieuwe woonomgeving of het wisselen van een baan, is dat je weer dingen voor “de eerste keer” doet. In Heerde voor het eerst naar de supermarkt, voor het eerst naar een bijeenkomst van de Rotaryclub, voor het eerst naar een kerkdienst en zo zijn er veel grote en kleine zaken die je voor het eerst doet. Er zit iets spannends in: waarschijnlijk omdat je niet helemaal weet wat de mores is, hoe het er aan toe gaat…. En dan ook nog al die onbekende gezichten.
Deze week begon ik in Bilthoven bij het RIVM. Een nieuwe baan. Maandagavond tot laat nog actief bij en voor Transavia op Schiphol en dinsdag richting de nieuwe werkplek. Naadloos overgaan, noemen ze dat. Toch is ook deze stap weer spannend. Wat mag je verwachten, wat wordt er van jou verwacht: nieuwe mensen, andere cultuur, processen en procedures. Een klein uurtje rijden naar de nieuwe omgeving, een nieuw bedrijfsterrein (voor mij dan), een nieuw kantoor etc. Etc...
Met enige gezonde spanning in het lijf vroeg in de auto gestapt. Op weg naar een nieuwe omgeving en een nieuwe uitdaging. Toch was er een moment van herkenning toen ik het terrein opreed, overigens. Mijn zwager, die bijna zijn hele leven aan de Steenen Camer (achter het RIVM) heeft gewoond en nog steeds werkt in Bilthoven, stond bij de poort met een potje jam en een potje in de vorm van aardbei. Dat potje en de jam hebben niets met het RIVM te maken overigens, maar was een verwijzing naar het “mannenweekend” dat we een paar maanden geleden in Arnhem hadden. Toch voelde het als een warm welkom in Bilthoven en met een glimlach liep ik vervolgens het terrein op.
De familie Verboom komt oorspronkelijk uit de omgeving van Rotterdam. Van Overschie verhuisde mijn grootvader van vaders kant naar Utrecht. In die omgeving ben ik ook opgegroeid en ligt een groot deel van mijn familiegeschiedenis. De familie van mijn moeders kant komt uit de omgeving waar we nu wonen. Mijn grootvader is geboren in Oldebroek. Dat ligt niet zo ver van Heerde. Het is er min of meer ook de reden van dat we deze omgeving zo goed kennen.
Mijn grootvader kwam uiteindelijk voor de Belgische Evangelische Zending (BEZ) in België terecht, maar kocht na de oorlog een stukje land in de buurt van zijn geboortegrond: op landgoed Tongeren (gemeente Epe) op fietsafstand van Oldebroek. Die locatie en het zomerhuisje dat eind jaren 40 (in de vorige eeuw) op de grond in Tongeren werd geplaatst, werd het vakantieadres van mijn grootouders, mijn ouders, van ons en nu van onze kinderen. Vanaf het moment dat ik kon kruipen vierde ik de zomervakanties in Epe. En terwijl in mijn jeugd al mijn leeftijdsgenoten van de lagere en middelbare school vakantie vierend door heel Europa reisden, fietste ik met mijn ouders van Epe, naar Nunspeet, naar ‘t Harde, de Woldberg op (en weer af), naar Heerde en over de Renderklippen weer terug naar Tongeren. De kroondomeinen, de Dellen, Elspeet, Elburg en soms ook Oldebroek: op de fiets.
Los van het weer (in mijn beleving regende het altijd tijdens onze vakanties), waren het heerlijke vakanties vol met wandelingen, prachtige tochten en het genieten van bos, hei en al wat de natuur in deze omgeving te bieden heeft.
Tegenwoordig loop ik met enige regelmaat in de vroege ochtenduren een rondje door Heerde. Eerder schreef ik daar al eens een blogje over. Inmiddels best wat kilometers in de benen en de grap is dat je tijdens die ochtendwandelingen (ook op plekken waar je al zo vaak langs gelopen bent) steeds weer nieuwe dingen ziet. Nieuwe zaken die er al heel lang zijn: blijkbaar viel mijn oog er niet eerder op.
En dan heb ik het niet over het adres waar ik in een vorige blog al eens over schreef: de oudere man, achter een verlicht en beslagen raam die ik op zondagmorgen z’n stropdas bij zijn donkere zondagse pak zag strikken. Achter dat raam (ik kan er niets aan doen, maar ik moet in het voorbijgaan steeds toch een blik naar binnen werpen) speelt zich overigens iedere keer weer een (soort) religieus ritueel af. Soms ligt de Bijbel op tafel en zie ik de oude man gebogen over dat dikke boek geconcentreerd de teksten lezen. Vanmorgen zat hij op z’n knieën met de handen gevouwen. In gebed verzonken. Het doet mij denken aan de WG van de Hulst verhalen of de boeken van Maarten ‘t Hart. Ik heb de neiging om bij het raam stil te staan en wat aandachtiger te kijken. Toch weet ik die neiging te onderdrukken en loop ik steeds snel door: het zijn de beelden van een voyeur die in een flits en in het doorwandelen voorbij schieten. Maar enfin: dat bedoel ik feitelijk niet met “nieuwe dingen zien”, ondanks het feit dat het beeld achter dat beslagen raam in het donker van de vroege ochtend mij toch steeds verrast.
Een nummer van David Bowie: "Change". Misschien is de tekst van de song iets te groot om als label te gebruiken voor de veranderingen die we het afgelopen jaar hebben ingezet. Toch is het een tekst (flarden daarvan) die de laatste tijd vaak door mijn hoofd speelt: "Turn and face the change."
"Time can change me". "Time may change me."
Veranderingen: het waren er het afgelopen jaar nogal wat. Een ander huis, een nieuwe werkkring en een nieuwe woonomgeving. Deze site staat er vol van.
Langzaam beginnen we te landen in Heerde. In het dorp, in de kerk, binnen de Rotaryclub Hattem-Heerde. Het levert nieuwe contacten, nieuwe kennissen en nieuwe activiteiten op.
Deze periode gebruiken we ook een beetje om zaken die vorig jaar na de verhuizing zijn blijven liggen op te pakken. Het trappengat, de overloop en verschillende deuren hebben we nu aangepakt. Een verse kleur verf op deuren en muren, nieuwe vloerbedekking en een loper. Dat deel van het huis is nu ook af. Het zijn van die kleine veranderingen die ons huis steeds meer ons huis maken. Wat rest zijn de bekende plinten en nog wat deuren beneden die we nog moeten aflakken. Het gaat in de komende weken gebeuren. Het zijn van die veranderingen die nog bij een verhuizing horen: Turn and face the change!
Ouderdom komt met gebreken, zeggen ze. Dat geldt voor ons allemaal, dus ongetwijfeld ook voor mij. En hoewel ik er niet meer als een jonge god uit zie, voel ik mij (en ja…. dat is wat naïef) soms toch nog wel zo. Jong van geest en jong van lijf dus. Gebreken? Waar heb je het eigenlijk over? Er zijn echter van die momenten, waarbij je toch even moet slikken, als je voor het eerst geconfronteerd wordt met grijze haren of bijvoorbeeld het kaal worden. Of zo’n moment dat een twintiger je met u of meneer aanspreekt. Dat doet op de een of andere manier toch een beetje pijn.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je fysiek soms ook merkt dat jaren wat gaan tellen: buiten adem zijn na het bestormen van de trap of het wat stram zijn na een lange wandeling. Ik maak mezelf wijs dat dat het gebrek aan conditie is door al dat thuiszitten in een lock-down en dat het niets met mijn leeftijd van doen heeft. Maar iets in mij zegt dat ik mezelf voor de gek houd. Mensen zijn taaie wezens, maar langer dan 120 jaar gaan we echt (nog) niet mee. De aftakeling begint schijnbaar al rond je twintigste. Bij anderen dan…
In het vorige blogje maakte ik er al een opmerking over. “Het in gesprek zijn over een nieuwe baan”. Inmiddels is het wereldkundig gemaakt. Per 1 maart begin ik bij het RIVM in Bilthoven. Erg veel zin in. In het laatste kwartaal van 2021 kwamen de gesprekken via de Algemene Bestuurs Dienst op gang. Best spannend. Ook om de stap van het ZZP-schap weer ongedaan te maken. Het RIVM is een prachtige organisatie. Het maatschappelijk belang is groot en dat spreekt mij zeer aan. En natuurlijk de baan zelf. Er zijn veel gesprekken gevoerd voordat het groene licht er was. Een zorgvuldig proces. Ik heb er veel zin in ieder geval.
Na de publicatie over de benoeming kwam er een stroom reacties via linkedin op gang. Ook van mensen, die je al lang niet gesproken hebt en/of uit het oog bent verloren. Mooi om dan al die reacties te krijgen. LinkedIn is toch ook een bijzonder fenomeen. Dat merk je op zo'n moment. Je merkt ook hoe groot je netwerk eigenlijk is. En dat netwerk wordt met de start bij het RIVM alleen maar groter.
Wij zijn niet zo van de goede voornemens. En zeker niet aan het begin van een nieuw jaar. Er komt vaak niets van terecht en eigenlijk is het ook een beetje vreemd om juist op het moment dat er een nieuw jaar aanbreekt met een voornemen te starten. Plannen maken we wel. Voorzichtig denken we na over de vakantie in de zomer, we dromen wat weg over onze tuin en het opnieuw inrichten daarvan, maar we hebben ook nog veel in huis te doen. Het hele trappenhuis moet nog opgeknapt worden: nieuwe vloerbedekking, schilderen en alles wat erbij hoort. De badkamer is ook nog niet klaar.
Geen goede voornemens, maar gedachten, die tot een idee leiden en vervolgens tot een plan. Voor de tuin zijn we druk doende met voorbereidingen. We hebben in onze tuin een prachtig terras, maar die tegelpartij heeft meer weg van een (school)plein dan van een bloemrijke plek. En wij zijn dan toch net iets meer van de bloemen. Het is een van de eerste dingen die we aanpakken dit jaar. De eerste schets gemaakt. Wel of geen vijver? Meer bloemen of meer gras? Rodondendrons snoeien of weghalen? Of misschien verplaatsen.
Keuzes, keuzes, keuzes. Het woord keuzestress hoort er in ieder geval niet bij. Daar zijn dit soort vragen teveel luxe-problemen voor. Next Step dus. En over “steps” gesproken: gisteren de trap ontdaan van vloerbedekking. Er komt een nieuwe loper. Er mag weer geschilderd worden… komende week weer verder.
Het woord "traditie" valt deze dagen vaak. Het is een traditie om met kerst uitgebreid te eten, het is een traditie om op kerstavond naar de nachtdienst te gaan en een jaarlijkse traditie is ook het oliebollen bakken. Dat doe ik al jaren op oudjaarsdag met mijn dochters. Als ik mijn fotostream op de iphone bekijk en december opgeef komt er over de jaren heen een serie foto’s voorbij, waarbij de kids eerst oliebollen testers zijn (en ik de bakker), maar waarbij ze later bij het ouder worden zelf met het beslag aan het werk gaan.
Traditie is dan ook nog dat de Top2000 tijdens het bakken op staat en dat het volume al naar gelang de bodem van de beslagkom in zicht komt harder en harder wordt gedraaid. Biertje erbij, poedersuiker en veel plezier.
Traditie is dan inmiddels ook om de baksels zo min mogelijk op een bol te laten lijken. Dat is niet zo zeer een doel, maar het ontstaat gewoon. Het zal wel met onze bakkunst van doen hebben.
Een lockdown, waarbij alles er op gericht is om contact met anderen te voorkomen en kerst gaan eigenlijk niet samen. Kerst: het feest van het licht (in de duisternis), van de ontmoeting met familie en het uit volle borst meezingen van het "Ere zij God" in een overvolle kerk. Lockdown en gezellig samenzijn: het past gewoon niet bij elkaar.
Kerst 2021: ik ben de tel een beetje kwijt geraakt als het gaat om de corona golven, waar we mee geconfronteerd worden. Van Delta variant naar Omikron. Weer een lockdown. De kinderen komen en mijn ouders zullen er zijn. Iedereen getest (dat hadden we afgesproken), goed ventileren (dat ook). Het is een gekke wereld. Ons eerste kerstfeest in Heerde. Het werd een bijzondere kerst. Met een lach en een traan.
Met onze verhuizing naar Heerde ben ik ook verhuisd naar een andere Rotaryclub. Met veel plezier was ik jarenlang lid van Rotaryclub Nieuwegein. Sinds augustus van dit jaar dus lid van de
club Hattem-Heerde. Dat is plezierig binnenkomen. Zowel in deze club als in het dorp, waar ineens niet iedereen meer een onbekende van je is.
Rotaryclub Hattem-Heerde is een actieve service club, waar veel activiteiten worden georganiseerd. In het afgelopen half jaar was de club onder andere actief bij Heisa in Heerde, voor de Alzheimerstichting en werd er aandacht gevraagd voor de End Polio Now actie van Rotary International. Tijdens de lock-down zijn de bijeenkomsten helaas online, maar niet minder mooi. In de aanloop naar kerst werd een online kerstviering georganiseerd boordevol rijke en persoonlijke kerstverhalen en liederen. Eind december kwam de club online bijeen voor een avond in het kader van Vocational Service. Daarbij werd met elkaar van gedachten gewisseld over een artikel dat Kim Putters schreef in het Financieel Dagblad. Het gaat over de zoektocht naar verbinding in de Nederlandse maatschappij. In het kader van de Rotary avond schreef ik (als reflectie op het genoemde FD artikel) een korte blog over verbinding, die je hieronder terug vindt. Ben benieuwd naar je reactie!
Hij werd 84 dit jaar. En om wat weg te blijven van standaard cadeaus, zoals sokken, wijn, wijn of wijn, hadden we besloten om hem een mannenweekend aan te bieden. De start van een nieuwe traditie. Voor ons (en dat zijn dan broers en zwager) zou het Amsterdam of Rotterdam moeten worden. Het liefst zelfs Rotterdam en we bedachten een vorm om mijn vader te laten kiezen. Dus op 13 september ontving hij een waardebon, die hij in het weekend van 11 november te gelde zou kunnen maken.
Kiezen uit een grachtentour, de Dam en het Red Light District (daar zou hij toch niet voor kiezen) in Amsterdam en een tocht per boot door de haven van Rotterdam, de Euromast (waar hij zich verloofd heeft) en Delfsthaven. Omdat onze voorouders uit de buurt van Rotterdam komen, was het een kat in het bakkie dachten we. Slapen in hotel New York en vervolgens de stad in.
Om de waardebon van een derde optie te voorzien, beschreven we ook nog een mogelijkheid om voor Arnhem en het Open Lucht Museum (dat is vanaf 1 november een wandelpark) te kiezen. De keuze was snel gemaakt en mijn vader koos (je raadt het al) voor het Open Lucht Musuem en Arnhem.
Deze blog begint met een verwijzing naar een foto die ik afgelopen woensdag van mijn moeder maakte. We waren samen een dag naar Antwerpen en zo’n dagje uit (een moeder-zoon-belevenis) moet eigenlijk beginnen vlakbij het geboortehuis van mijn moeder: in de Karel Rogierstraat.
We parkeren de auto tegenover het Koninklijk Museum der Schone Kunsten. Het museum is net gerestaureerd en weer open sinds 25 september. Voor het museum staat een metershoge omheining, beplakt met een afbeelding van een van de kunstwerken van een van de grote meesters en kunstenaars, waarvan meer werk in het museum te zien is. De begeleidende tekst in chocolade letters: “Het Schoonste Gevoel”.
Hoe mooi en van toepassing kan het label zijn dat je op een dag in Antwerpen samen met je 81-jarige moeder kunt plakken: "Het schoonste gevoel", bij de schoonste stad van Vlaanderen en in de schoonste straat (niet letterlijk te nemen) van Antwerpen. De schoonste dag van het jaar…..
En om dat te benadrukken past de bij toeval genomen foto van mijn moeder op het moment dat we langs het museum richting de Karel Rogierstraat lopen. Het is net alsof ze een kus krijgt van het portret, de lippen die haar liefdevol raken als onthaal in haar geboortestad.
Een beetje gedachteloos neem ik een hap van mijn witte bolletje met oude kaas, terwijl ik over de heide vlakte staar. Mijn vader had de broodjes vanmorgen vroeg al gesmeerd met het oog op de wandeltocht die we vandaag zouden maken. “Met oude kaas, anders proef je het niet”, merkte hij nog op voordat ik een beetje hongerig de zak open en de warme koffie uit de thermoskan in onze bekers had gegoten. In gedachten kauw ik op mijn broodje en mijn vader is stil en heeft zijn hoofd gebogen. Even bidden voor het eten, ook (of misschien juist) op deze plek in de buitenlucht. Ik slik mijn brood snel door en een beetje beschaamd maak ik snel een foto. Een waardevol plaatje, een prachtig beeld, ergens op een heuvel in het heidelandschap. Om stilte voor het gebed hoef je niet te vragen. Het is hier (los van het gefluit van wat vogels) doodstil.
“Ik voel een blogje aankomen”, merkte Irene op, toen ik nogal lyrisch begon uit te weiden over de prachtige heide, het gezoem van de bijen en de rust op de plek waar wij ons bevonden.
Stel je voor: een paarse heidevlakte, wat helmgras, een verdwaalde den en een bankje waar twee eenzame fietsers (wij dus) in het zonnetje zitten te genieten van de omgeving. Irene met een boek in de hand (nog een hoofdstuk wegwerken) en ik met mijn telefoon (foto’s makend) en een beetje hyper over de omgeving. Hoe irritant kan je zijn voor iemand die zich tracht te concentreren op de teksten van een boek.
We zijn op vakantie. Zo voelt het nog steeds als we op de fiets stappen om een tochtje te maken of gewoon de (stoute) wandelschoenen aantrekken om dorp en omgeving te verkennen. Dat gevoel zal voorlopig en hopelijk nog wel even zo blijven. Elders op deze site vind je ook wat meer informatie over “de ontdekking van….” deze heerlijke omgeving.
We beginnen de boel op orde te krijgen. Afgelopen week de hal geschilderd. Samen met mijn vader. Mooi om op deze manier samen op te trekken. Tussen de bedrijven door, werk ik drie dagen per week bij Transavia. Het levert een heerlijke combinatie op van werken en vrij zijn. Die vrije tijd gebruiken we om de klusjes te doen die nog echt noodzakelijk zijn, maar ook om fietstochten te maken in de omgeving. Het is prachtig weer, het voelt als vakantie en dat onderstrepen we dan dagelijks met het op het dorpsplein halen van een een ijsje. Hoe simpel kan geluk zijn? In ieder geval een stapel soft-ice-calorietjes. We genieten van de winkels die dicht bij zijn, we genieten van de natuur die zo dichtbij is en we genieten van al het nieuwe in en rond ons huis.
De afgelopen dagen is Irene druk geweest met het vullen van potten, emmers, tonnen en vaten met planten en bloemen. Het brengt het terras bij ons huis (je zou het ook een plein kunnen noemen) wat tot leven en geeft het in ieder geval een kleur. Deze week kwamen achtereenvolgens Lobke en Sara een nachtje over. Gezellig om bij te praten, ergens de lunch te gebruiken en wat van de omgeving te zien. Irene rijdt standaard met een glimlach op het gezicht links of rechts onze straat uit. Rechts is naar het bos en de heide. Links is naar de IJssel. Ik moet bekennen dat het voor mij ook geldt. Het is met dit prachtige weer zo mooi en bijna onwerkelijk dat we hier wonen. Het voelt echt als vakantie en dan is een tochtje naar Veessen en Vorchten in het IJsselgebied gewoon een cadeautje. Langzaam komen we ook in het ritme van naar de kerk gaan en ik ben zelfs al een keer naar de lokale Rotaryclub geweest.
En ondertussen….
Het aantal uit te pakken dozen wordt kleiner, we zijn nog steeds de strijkbout kwijt, maar ondertussen resten er in het huis eigenlijk nog maar een doos of 12 die uitgepakt moeten worden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat daar de dozen die op de zolders van de garage en het huis (ik durf ze niet eens te tellen) niet in meegeteld worden. Waarschijnlijk raken we die pas weer aan als we ooit weer gaan verhuizen. We moeten nog wat verlichting aanschaffen en gaan ophangen en de schilderijen moeten nog aan de muur, maar de stapel werkjes slinkt.
Heel langzaam komt er wat orde in de chaos. 18 juni ligt al weer bijna een maand achter ons. We wonen dus ongeveer 4 weken in Heerde. Nog steeds tussen veel onuitgepakte dozen en levend met de wens om op korte termijn de verlichting in huis in orde te maken en ook raambekleding te kopen. In onze slaapkamer hebben we met theedoeken de ramen wat bedekt om het licht van het vroege ochtendgloren wat tegen te houden. Eigenlijk is dat wat overbodig, want we zijn nog steeds zo moe, dat we volgens mij overal en onder alle omstandigheden zouden kunnen slapen.
En als we het dan toch over licht hebben: dat is er toch ook aan het einde van de tunnel. Gisteren hebben we een enorm slag geslagen met de rommel in de garage. Orde in de chaos en veel materiaal uit dozen gehaald en klaar gezet voor de kringloop. We zijn de schaamte inmiddels voorbij en koesteren al de rommel van onze uitdragerij. Komende week hoop ik samen met mijn vader weer wat schilderwerk te doen en maandag komen de keukenboeren de keuken afmaken. Dat gaat ook weer veel dozen schelen, omdat dan de grote kasten ingeruimd kunnen worden.
We wonen er. Je moet nog even niet vragen hoe. “Leven tussen de dozen”, dat is eigenlijk de beste typering. En daar hoort dan bij dat je niets kunt vinden, kwijt bent wat je nodig hebt en in handen krijgt wat je al jaren niet gebruikt -waarvan je niet wist dat je het nog had- …. en nu beseft dat de Kringloop er heel blij mee was geweest.
Toch komt er langzamerhand wat orde in de chaos. De woonkamer is min of meer aan kant, we kunnen koken en badderen… en als we zonder over de dozen te struikelen (de verlichting is nog een puntje) ons bed weten te bereiken ook nog slapen. Een soort Bed-Brood-Bad situatie, maar dan in de luxe variant. In de hoek van de tuinkamer heeft Elisabeth een plek gevonden en in en rond de tuin hebben we voorlopig en vrij willekeurig, stoelen, beelden en de rest neergezet. Het levert een wat rommelig beeld op en voelt wat vreemd: de bekende tuin attributen uit lexmond op een nieuwe plek. Ook dat is wat onwennig.
Deze keer een blogje geschreven vanaf mijn nieuwe werkplek. Tussen de (lege en nog uit te pakken) dozen. Als ik uit mijn raam naar buiten kijk, zie ik de uitgebloeide rododendrons. Via de Keuterstraat komt het spitsverkeer wat op gang. Irene en ik hebben vanmiddag een korte. fietstocht richting het IJsselgebied gemaakt. Mooi! "This is Heerde, this is it."
Het had wel wat voeten in de aarde om hier op deze plek te komen. Het lijkt al zo lang geleden: het zetten van de handtekening onder het koopcontract, het vervolgens verkopen van ons huis en het vanaf februari gaan voorbereiden van verbouwing en uiteindelijke verhuizing. Het was nog aanpoten ook. We hadden uiteindelijk maar 18 dagen tussen sleuteloverdracht en verhuizing. Dat hebben we geweten.
Schilderen, schuren, schilderen, schilderen en alles wat er bij hoort. Oplopende spanning en temperaturen. Het maakte het er niet gemakkelijker op. Ondertussen klussers in keuken, badkamer en tuinkamer. Toch ging het volgens plan en kregen we af wat af moest zijn voor de dag van de verhuizing.
1 juni sleuteloverdracht. Daar ging de vorige blog over. Vanaf dat moment is de verandering daar. Irene en ik verblijven in het zomerhuisje in Epe en rijden dagdagelijks vanuit die plek naar Heerde en andersom. Slapen in Epe en werken in Heerde. Dat is het ritme.
Vanaf 2 juni is het aanpakken geblazen. De keuken wordt verwijderd, de vloerbedekking verdwijnt van de bovenverdieping en in de badkamer moet gebroken worden. Verder is het schuren, schoonmaken, schuren en schoonmaken.
We doen het niet alleen en dat is fijn. De keukenmakers hielpen mer slopen en de installateur helpt bij het verleggen van leidingen en het realiseren van het voorbereidend werk. Bart, Hidde, Lobke, Sara en Marije zijn veel dagen van de partij. Er is veel werk te doen en met alle hulp gaat dat ook. Als het niet in Heerde is, dan is het wel in Lexmond, waar mijn broer het gras en de vijver doet. Op het moment dat deze blog geschreven wordt, is het 8 juni en zijn we een week onderweg: het lijkt een eeuwigheid. Gek, eigenlijk dat het zo snel werkt.
Het is nu echt. Afgelopen dinsdag vroeg naar Heerde. We waren al in het zomerhuisje in Epe, dus in de buurt. Samen met de makelaar en de eigenaar een rondje door het huis. Leeg en opgeruimd: wachtend op de nieuwe bewoners. Op ons dus. Ook nu het leeg is, voelt het goed en de uitstraling van het huis met authentieke en moderne kenmerken is fantastisch.
Na het rondje door huis en tuin, is er een formeel momentje waarbij de sleutels, samen met een fles wijn worden overhandigd.
Dat is wat prematuur eigenlijk, want de formele overdracht moet dan nog plaatsvinden. Het voelt wat raar als we de makelaar uitzwaaien en vervolgens de feitelijke eigenaar. We blijven alleen achter in het huis dat bijna het onze is. We wandelen met een big smile door de stille kamers, nog even over de eerste verdieping en proberen ons een beeld te vormen van hoe het er straks uit zal zien. Het is onwerkelijk, voelt wat vreemd, maar de euforie is er ook.
We hebben samen wat uurtjes in de tuin rond het Vogelnest doorgebracht. Elke zaterdagmorgen rond half 10 (soms wat vroeger) diende hij zich al aan. Harken, snoeien, schoffelen en vooral voegen krabben. Meer dan 10 jaar lang gemiddeld 40 zaterdagen per jaar (en dan in de vakanties nog wat extra tijd). Hoe mooi is het om zo samen op te werken. Soms zwijgzaam naast elkaar zwoegend, soms in gesprek over het leven, de natuur, de politiek en dat wat ons bezig houdt. Het is mooi en van grote waarde.
Met het naderen van onze verhuizing kreeg zaterdag 29 mei steeds meer lading mee. Het zou de laatste zaterdag zijn dat we samen nog veel werk in de tuin zouden doen. In alle opzichten een prachtige maar beladen dag.
Komende week krijgen we de sleutel van ons nieuwe stekkie in Heerde. En later in juni verhuizen we en laten we het Vogelnest en haar tuin achter. Het is goed en het is (zeer) goed geweest. We kijken met plezier terug en vol verwachting vooruit, maar… deze zaterdag geeft het wel een extra lading mee.
Mijn vader kan niet nalaten het iedere keer te benadrukken en het lijkt wel of zijn leven er vanaf hangt. Niet te stoppen. Het moet en het zal netjes zijn. Op zijn knieën met de voegenkrabber, hoor je het felle getik van het tuingereedschap het onkruid wegsnijden. Er is veel over te zeggen en al veel over geschreven in dit soort blogjes. Die tuin ligt er weer fantastisch bij overigens. Natuurlijk nog veel onkruid, maar de bloemenpracht en het prachtige weer maken het vandaag extra bijzonder. Langs het tuinpad met mijn vader. Het is sowieso bijzonder!
Er zijn veel woordgrapjes over te maken. Een bord voor de kop hebben, wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht, tegen de lamp lopen, het deksel op de neus krijgen, een blauwtje lopen en ga zo maar door…
Het zijn allemaal woordgrappen en zinnen die passen bij mijn vrijdagmiddag afsluiting, die wat onfortuinlijk verliep. Er was stormachtig weer voorspeld met heel veel buien. Dat laatste klopte eigenlijk niet. Het eerste (helaas) wel. Het was een prachtige dag voor in de tuin. Zoals al eerder gememoreerd: er is in deze periode niet tegen aan te werken, maar met de hulp van mijn vader wordt de hoop compost hoger en hoger. Je ziet weinig effect in de tuin, maar…. dat is niet anders.
De harde wind leverde echter die vervelende afsluiting van de dag op. Met het pinksterweekend wordt er geen vuil opgehaald op maandagmorgen en dat betekent dat zaterdag vroeg de containers worden geleegd. Omdat Irene en ik met Pinksteren op de Veluwe verblijven, moesten de kliko’s deze vrijdag dus aan de dijk gezet worden.
Om een lang verhaal kort te maken: windstoten van 90 km per uur, een kliko op de dijk in de volle wind en een deksel dat met alle kracht van de kliko waait: het deksel op je neus krijgen dus. Bril naar de knoppen, bloeden als een rund, snijwonden in neus en voorhoofd, een buil en een dizzy wandeling terug naar het huis om pleisters te zoeken en het bloeden te stelpen. Gelukt… dat wel, maar ik zie er werkelijk niet uit. Dat laatste zie ik zelf niet (dus daar heb ik geen last van), maar de barstende koppijn die er ook gevolg van was, laat zich goed voelen. Een ongeluk zit in een klein hoekje. “Deksels, nog aan toe…”
Het betekende het einde van een heerlijk middagje tuinieren en nog wat schilderen (de keukenstoelen zijn gelukkig wel klaar).
In de avond richting Veluwe. Een paar uur later loop je door het bos, geniet je van de vogels, een wegspringende ree (schrikt waarschijnlijk van de pleisters op mijn kop) en de start van een chill-weekend: een moment van rust voordat de drukte van de verbouwing en de verhuizing echt start. Op zaterdag even naar de opticien in Heerde (het huis staat er nog: ze zijn aan het verhuizen), 30 kilometer fietsen en een terrasje in de avondzon (ja echt!). Een lang weekend weg en genieten van bos, hei en natuur. Een soort stilte voor de storm…., hoewel dat in dit verband misschien toch een wat vervelend en pijnlijk gezegde is ….
Ons huis begint langzamerhand op een pakhuis te lijken. Steeds meer dozen worden gevuld en we hebben inmiddels ook wat kasten en bedden uit elkaar gehaald. De woonkamer is tot op heden ongeschonden gebleven. Hoewel. Als je de kastdeur van de vitrinekast open doet, staat er bijna niets meer in. Alleen het hoognodige (de wijnglazen) staat nog op een plank.
Het is wat gek, maar maakt het aanstaande vertrek steeds concreter.
Irene en mijn vader hebben zich aan het schilderen van de kleine eetset gewaagd. Onder het afdakje staan de eettafel stoelen die hun eerste laagje verf hebben gehad. De set moet straks in de keuken komen.
En ik… vandaag heb ik mij maar weer eens op de tuin gestort. Zonder mijn vader overigens: die had zijn werk eerder deze week al rond het Vogelnest gedaan. Het is groeizaam weer en dat merk je aan de vaste planten die nu snel tot wasdom komen, maar ook aan het onkruid, dat helaas harder groeit. Het aanvalsplan is duidelijk: op de knieën en tussen rozen en in de borders: brandnetels, dovenetels, kleefkruid, gras, smeerwortel, zevenblad (helaas) en van die windes, waar van die prachtige bloemetjes aankomen, maar die je hele tuin overwoekeren. Met wortel en al verwijderen. Dat is het doel.
Het is een rare dag. Hemelvaartsdag. Op zich is dat gegeven niet vreemd. Sterker nog: elk jaar voltrekt zich op deze dag een zelfde ritueel. In de ochtend rond een uur of 6 spoed ik mij naar het kerkgebouw van Lux Mundi, meestal gaan mijn dochters mee en soms mijn vader. Daar verzamelt zich een groepje van 30 tot 40 doorgewinterde dauwtrappers (en Lux Mundi gangers) en die groep zet zich rond kwart over 6 in beweging richting de prachtige landerijen rond Lexmond. En dat in groepsverband door de natuur lopen heeft iets bijzonders. Genieten van de omgeving, maar ook van de prachtige en wisselende gesprekken die bijna als vanzelf met de dauwtrappers ontstaan. Dauwtrappen op Hemelvaartsdag: wie doet het niet? Niets vreemds aan! Of je moet het vroeg opstaan op een vrije dag zo kwalificeren.
Het ritueel op Hemelvaartsdag bestaat voor mij vervolgens uit het daarna naar de kerk gaan voor het bijwonen van een kerkdienst en het vervolgens (voor mijn gevoel is het altijd mooi weer) aan de slag gaan in de tuin en een fietstocht in het tweede deel van de middag. Ook niets vreemds aan. Een heerlijke dag die extra lang duurt door de vroege start. En toch… vandaag dus een beetje vreemd.
Dit jaar vanwege de Corona maatregelen geen dauwtrappen in groepsverband namelijk en alleen op pad. Tenminste dat was het idee. Mijn gezinsleden en mijn vader hadden afgehaakt en het bracht mij woensdagavond toch even aan het twijfelen. Het is wel erg vroeg en dan alleen door het hoge gras. Dat bed is best lekker warm en uitslapen op een doordeweekse dag ook aantrekkelijk. Toen Sara gisteravond op de stoep stond om toch mee te gaan wandelen, was er geen spoor van twijfel meer. Om 05.15 uur de wekker zetten en rond half 6 naar buiten. Vlak voor de zonsopkomst.
Afgelopen dagen was het herfst. Stormachtig en ruw weer met hagel, felle buien en soms heldere opklaringen. Vanmorgen sneeuwde het en was het rond 06.00 uur echt wit. Komende zondag is het moederdag en dan dan lijkt het weer erg warm te worden: 25 graden. De dag daarna volgens de weervoorspellingen weer gewoon koud en guur. Wat hebben we toch een bijzonder klimaat.
Een eerste weersverandering diende zich donderdagmorgen al even aan. Woensdag en woensdagnacht had het nog fors gehoosd. Tot groot verdriet van onze gasten, die na een etentje op de fiets naar Hoef en Haag terug moesten. Zeiknat geregend, begreep ik vanmorgen.
Die donderdagochtend was het na die nachtelijke regen weer betoverend mooi rond ons huis. De zon scheen, het was lekker fris en dat is het recept voor lichte nevel boven weiland en dijk. Prachtig. Tijdens het dagelijkse ommetje foto’s gemaakt van de huizen aan de dijk (nummer 10, 11, 12 en 13: de Kortenhoevendijk). Het levert een mystiek plaatje op. Niet te veel over zeggen of schrijven… het beeld zegt genoeg.
De bloemenpracht in en rond ons huis lijkt dit jaar wel rijker van kleur en diversiteit dan andere jaren. Misschien komt het wel door de kou en het feit dat bloesem er daardoor veel langer over doet dan normaal. Het levert in ieder geval prachtige beelden op. Het gele koolzaad, de witte bloesem van de perenbomen, het roze van de appelbomen en het paarse van de Japanse kers. En dan moet de blauwe regen in onze tuin nog komen. Ook die staat op springen. Een bosje bloemen aan de dijk.
Onze buurvrouw stoort er zich niet aan. Ook niet aan de kou, maar daar zal de dikke wollen vacht wel debet aan zijn. Tijdens het ochtendwandelingetje kom ik haar steevast tegen. Grazend en meewarig terugkijkend, terwijl ik vol verwondering naar de bloemen en het groen op de dijk kijk.
Een bos bloemen aan de dijk. De foto’s zeggen genoeg en een beschrijving in woorden doet het beeld te kort. Zo is het en niet anders. Het groeit maar door en ook het onkruid in onze tuin stoort zich helaas niet aan de kou en groeit onverminderd door. Zaterdag heeft mijn vader het tuinpad schoongemaakt en ik heb mij op de rozen (en eigenlijk het onkruid bij de rozen) gestort. Het knapt op, maar….
Het is niet klaar en op de plek waar ik vorige week schoon schip maakte, komt het eerste nieuwe onkruid weer op. Het is een jaarlijks ritueel en terugkomend ritme. In maart en april is het doorgaans niet bij te houden. Ik wens de nieuwe bewoners in die zin veel sterkte en vooral optimisme en doorzettingsvermogen toe.
Ach…. En toch is het leuk: hoe heerlijk is het om je werkjes in de tuin te doen en buiten bezig te zijn, terwijl de vogels je op een concert trakteren (de Koekkoek is er ook weer, de fazant roert zich en we hebben inmiddels twee eenden families in de vijver…: de meerkoetjes met hun kuikentjes moeten nog komen). De ijsvogel heb ik ook nog niet gezien. De ooievaar wel. Die vliegt regelmatig over, kijkt verlekkerd naar de kwakende kikkers rond de vijver, maar blijft er vooralsnog vanaf.
Om eerlijk te zijn ben ik niet van de opgelegde en geforceerder feestjes. Daar hoort Koningsdag ook bij. Zeker in deze Corona tijd is het helemaal niet leuk. Tenminste: als je hebt besloten om de overvolle parken te ontlopen en het in en rond huis te doen. Daar mogen we in en rond het Vogelnest overigens helemaal niet over klagen.
Eigenlijk is koningsdag daar een groot feest: een wandeling in de vroege ochtenduren door en rond een verlaten Lexmond, een beetje kuieren in de tuin, in slaap vallen bij de vijver, een koel glas wijn in het avondzonnetje, terwijl de koekoek zich laat horen en alle vogels er vrolijk op los tetteren. Living in Paradise. We mogen niet klagen dus (of het moet zijn over het feit dat ik toch een beetje verbrand ben tijdens het middagdutje in de loungeset).
Het is in deze periode van het jaar iedere morgen weer bijzonder om even de dijk op te lopen en te genieten van het nog frisse lenteweer. De hemel kleurt (strak) blauw, maar omdat het elke nacht en morgen nog wat vriest is het ontwaken van de natuur een mistige gebeurtenis. De wilde wieven noemen ze het geloof ik. Terwijl de zon in de vroege ochtenduren ook aan kracht wint, verdwijnen de ochtendnevels. Het is een soort Gorilla’s in de mist, maar dan net wat anders en in ieder geval zonder gorilla’s." Lyrisch licht in Lexmond". Taalkundig klopt dat zinnetje niet, maar het klinkt met die alliteratie wel mooi. Je wordt ook lyrisch als je de prachtige lentenatuur zo in de vroege ochtend op je in laat werken.
Het grote voordeel van het dagelijks een rondje Lexmond wandelen (die Ommetje App werkt echt), is dat je de natuur op dagbasis ziet veranderen. En ja.... het sneeuwde maandag alsof het hartje winter was en ja het gras is in de ochtend wit gevroren, maar... de zon wint het en wint elke dag aan kracht.
Misschien komt het wel omdat we door het aanstaande vertrek weer met andere ogen naar de woonomgeving kijken, maar het is echt genieten van de schoonheid van onze streek. De tochtjes rond het huis zijn keer op keer weer mooi. Je ziet dat de bloesem er bijna is, de Magnolia staat in bloei en ook de eerste eendenkuikens genieten van het prille leven. De beelden spreken voor zich.
Onze tuin ontdoet zich ook steeds meer van de winterdracht. Het is een periode dat het onkruid sneller groeit dan de sierbeplanting. Hard werken dus. Afgelopen zaterdag het grind ontdaan van al het groene. De rozen zijn gesnoeid en komende zaterdag mogen de grasranden en kan het schoffelen beginnen.
De ZIP kaai lag er tijdens de dagelijkse wandeling vanmorgen weer prachtig bij. De lammetjes komen enthousiast op je afgestormd. Het hoort bij de tijd van het jaar en zoals zo vaak kan ik dit korte blogje weer afsluiten met de opmerking dat we toch wel in een prachtige omgeving wonen.
Hij komt er weer aan. De honderdste dag van het jaar. En dat is niet zomaar een dag. Het is echt een bijzondere dag. En niet alleen voor de bewoners van het Vogelnest. Tenminste als deze dag niet in een schrikkeljaar valt.
Het is immers de dag waarop in 1962 de Flintstones voor het eerst op TV te zien waren. Het is ook de dag waarop Paul McCartney in 1970 vertelde dat hij uit de Beatles zou stappen.
Het is de dag waarop in 1815 de vulkaan Tambora op het Indonesische eiland Soembawa tot uitbarsting komt.
De honderdste dag van het jaar! De dag waarop in 1998 de Noord-Ierse partijen het zogenaamde “Goede Vrijdag akkoord” sloten, waarmee er een einde aan dertig jaar geweld kwam. In het jaar 428 wordt Nestorius op de 100 ste dag van het jaar benoemd tot patriarch van Constantinopel. En in 1605 werd paus Leo XI op deze dag in april in Rome gekroond.
En voor de sportliefhebbers: in 1913 wordt de Bulgaarse voetbalclub Slavia Sofia op de deze dag opgericht en Hennie Kuiper wint op de honderdste dag van het jaar in 1983 de wielerklassieker Parijs-Roubaix.
Tja... en misschien is het dan toch ook nog goed om te zeggen dat op deze dag in het jaar 1912 de Titanic de haven van Southampton in Engeland verliet.
De honderdste dag van het jaar: 10 april. Een dag die je eigenlijk niet over het hoofd kunt zien. Belangrijke momenten in het leven spelen zich af op op 10 april. Zo ook 35 jaar geleden in 1986...... het was koud, het hagelde, het gebeurde in Vianen, maar het was het begin van een mooie reis...
We hebben een nieuwe brievenbus. Precies dezelfde als de oude. Een bordeaux rode. Er prijkt een grote 1 op en dat is het huisnummer van ons nieuwe adres. Het lijkt wat onbenullig en het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, als je gaat verhuizen (zo’n huis heeft toch al een brievenbus), maar.... tegelijkertijd markeert het toch een beetje het begin van een volgende fase.
De sleuteloverdracht komt steeds dichterbij. Op 1 juni gaat het gebeuren. Het blijft nog iets onwerkelijks houden. Toch kunnen we er langzamerhand niet meer om heen. Het gaat er echt van komen. In ons gastenverblijf bij Het Vogelnest stapelen de verhuisdozen zich op en met de in de brievenbus van het Vogelnest vallende offertes van de keukenboer en de tegelzetter en de verzoeken om de eerste aanbetalingen te doen, wordt het ook in financiële zin zeer realistisch. Ook de naam van de site van ons huis is aangepast. Tot voor kort vond je dit soort blogjes op “www.vogelnest.info” (nu nog steeds overigens), maar…. “www.zonnestein.eu” bestaat inmiddels ook en zal uiteindelijk de Vogelnest site vervangen.
Op 1 juni krijgen we dus de sleutel van Zonnestein. Daarna mogen we direct aan het werk. En hoewel het huis er prachtig uit ziet en er door de huidige eigenaars met zoveel liefde werk is gemaakt van huis en inrichting, zullen we toch een aantal zaken aanpassen. De vloerbedekking gaat er boven uit, er mag en moet wat geschilderd worden en er komt een nieuwe tegelvloer in keuken, bijkeuken en woonkamer. Daarna wordt er een andere keuken geplaatst. De verhuizing staat voor 18 juni gepland en ook daar hebben we inmiddels de afspraken over gemaakt.
De tijd vliegt voorbij en daarmee komt ook de overstap steeds sneller dichterbij. Een bijzondere periode is het: leuk en spannend. Ziggo is aangevraagd, KPN is opgezegd en via TPG Post hebben we de adreswijzigingen al aan veel partijen door gegeven. Daar hoort overigens ook de adreswijziging voor Trouw bij. Om iets meer gevoel bij de nieuwe woonomgeving te krijgen, zullen we waarschijnlijk een tijdelijke abonnement op de Stentor nemen. Een extra krant: het AD in een lokaal jasje. Het zal dan overigens heel ouderwets een papieren versie zijn. We hebben er in ieder geval een brievenbus voor....
Dit zal niet de laatste blog zijn over het Vogelnest. We wonen hier nog meer dan 2 maanden. Er komt nog een verhuizing aan en daar zal ongetwijfeld nog wel het een en ander over te schrijven zijn.
De afgelopen anderhalve week is er veel in en rond het Vogelnest gebeurd. Ik mocht mijn verjaardag vieren tijdens bijna zomerse temperaturen, maar ook het werk in de tuin is weer volledig hervat. Mijn verjaardag was bijzonder. We hebben met het gezin de BBQ aangestoken en konden tot redelijk laat buiten blijven zitten. Hoe anders is het weer met Pasen. Er schijnt een koudegolfje aan te komen voor tweede paasdag en later. We gaan het zien. Het zal niet de laatste koudegolf voor Lexmond zijn.
Mijn verjaardag was de laatste in Lexmond. Een gek idee. Dat iets voor het laatst plaats vindt, weet mijn vader keer op keer te benadrukken. Elke zaterdag is hij trouw van de partij als het werk in de tuin weer om wat activiteit vraagt. Of het nu gaat om het vieren van een verjaardag of het snoeien van de hortentia’s, het verticuteren en bemesten van het gras, het kortwieken van de rozen of een andere activiteit in de tuin: het ontlokt hem bijna iedere keer een uitspraak in de trant van “goh, voor de laatste keer...... “ en dan vult hij het zinnetje aan met de activiteit die we op dat moment uitvoeren. Hij telt ook de zaterdagen dat we nog kunnen en mogen werken in de tuin. In het laatste weekend van mei (dus nog een keer of 6), zal het tuinwerk echt gedaan zijn.
Terwijl het buiten regent en steeds harder begint te waaien (morgen storm), kruip ik nog maar een keer achter de pc om wat beelden te delen van rond ons Vogelnest uit de afgelopen weken. Terwijl het inmiddels lente is (volgens de weerdeskundigen), denk ik met plezier aan begin februari terug.
Ondanks alle klimaatverandering: toch nog een beetje winter. Een dik pak sneeuw en zelfs ijs op de sloten en de Zouwe. Mijn vader roept dan: dat je dit voor je vertrek nog mee kunt maken. En zo voelt het ook een beetje. Toen we net in het Vogelnest woonden, heb ik samen met Sara en Lobke diverse tochten op de Zouwe gemaakt en zelfs een molentocht geschaatst op de Giessen. Het hoort bij de streek, het levert Anton Pieck achtige plaatjes op en het is heerlijk om de ijzers onder te binden en de natuur in te schaatsen.
Op deze plek hebben we al regelmatig lyrische berichtjes geschreven over ons huis en de omgeving. Vandaag weer zo’n berichtje. Als ik dit schrijf heb ik net een heel stuk met mijn dochter Sara gewandeld. Het was zo bijzonder mooi rond ons huis. Een strak blauwe lucht, een vaal zonnetje, bevroren gras en zelfs wat ijs op vijver en sloot.
Ons gezin maakt sinds kort gebruik van de “ommetjes” app van de hersenstichting. De gedachte is dat elke dag een ommetje van minimaal 20 minuten goed is voor de hersenen en het algemene welbevinden. Een beetje een open deur wellicht, maar... tegelijkertijd het werkt wel. In de app kan je teams aanmaken en ons gezin vormt het team “Verbommetje”. Leuker kunnen we het niet maken. Een vondst van mijn dochters.
De app motiveert om dagelijks een ommetje te maken en afhankelijk van de frequentie, de regelmaat en het moment van de wandeling kan je punten verdienen en is er zodoende een soort wedstrijdelement toegevoegd. Ook hiervoor geldt: leuker kunnen we het niet maken, maar ook...... het werkt wel. Mijn oudste dochter voert de ranglijst aan en ik sta nog net in de top 3.
Sinds kort loop ik dus elke ochtend een ommetje. Afgelopen week was dat overigens geen pretje. In de gietende regen, bijna van de dijk gewaaid en toch de kilometers maken. Eenmaal buiten valt dat weer dan overigens wel weer mee. En het werkt wel.... met een fris hoofd (letterlijk en figuurlijk) kan de dag niet beter beginnen.
Ons huis is verkocht. We zijn er hartstikke blij mee.... en toch is het ook even slikken. Niet omdat we naar die droomplek in Heerde gaan, maar gewoon omdat het vertrek uit Lexmond daarmee aanstaande is. Het gaat echt gebeuren. We laten ons mooie plekje achter en verlaten in de loop van 2021 Lexmond. De verhuisdatum staat ook al vast: het weekend van 18 juni. Als ik dit schrijf is dat moment nog maar iets van 5 maanden weg. Een gek idee.
De afgelopen weken waren op z’n zachtst gezegd: idioot. Sinds 12 december stond het huis op Funda. En in de 2 weken die volgden zijn er iets van 30 bezichtigingen geweest. Iedere keer opruimen, iedere keer het huis uit, iedere keer weer een plekje zoeken waar we even konden zitten of werken. Iedere keer wachten op de terugkoppeling van de makelaar: “wat vinden ze van het huis?, zijn ze enthousiast, denk je dat ze serieus zijn?”
Uiteindelijk bleven er van die bezichtigingen een handvol serieuze kopers over en kregen we verschillende biedingen. Vlak voor oud en nieuw, ging het ineens snel. Op 31 december was ons huis verkocht. Een heerlijk gevoel, maar... zoals gezegd: ook een beetje vreemd. Het gaat zo akelig snel.
Half juni vertrekken we naar Heerde. Ons huis heeft daar ook een naam: Zonnestein. Van het Vogelnest naar Zonnestein. Er zijn mensen in onze directe omgeving die vragen of dat de naam van een inrichting is. Niet zo gek misschien, want het lijkt qua naam een beetje op Zonnedael, waar ooit de VPRO serie Loenatik zich afspeelde. Een aantal mensen verklaart ons voor gek, omdat we Lexmond achter ons laten, en dan past die associatie van Zonnedael misschien ook wel bij ons vertrek. Wij gaan dus naar Zonnestein. Van Vogelnest naar Zonnestein. Van Lexmond naar Heerde. Een dorp tussen bos, heide en het prachtige rivierengebied van de IJssel. Een dorp ook met 13 kerken. Eigenlijk moet dat wel goed komen dus.... en toch:
Het is spannend, je krijgt er kriebels van in de buik, het emotioneert een beetje, maar het lonkt ook. Nog maar 5 maanden.
En dan staat er plotseling een verkoopbord in de tuin. Het maakt het ineens wel heel concreet en tastbaar dat ons huis te koop staat. Een soort "point of no return". Natuurlijk zijn we blij dat we weer een stapje verder zijn in het proces, maar eerlijk gezegd moest ik ook even slikken toen het bord er afgelopen maandag in een keer stond.
Ik kan het mij nog goed herinneren: zo’n elf jaar geleden reden we over de dijk van Lexmond naar Vianen en zagen toen ook zo'n bord. Voor ons was het de trigger om eens op Funda te gaan kijken en.... een week later liepen we rond en door het Vogelnest.
Het was toen fantastisch weer: zo’n mooie zomerse dag ergens in de tweede helft van september. In de weide voor het huis liepen twee paardjes en samen met de makelaar wandelden we door de bloemrijke tuin en keken we naar dat schattige boerderijtje. Dat het ons huis zou worden, wisten we toen nog niet, dat we direct verkocht waren was wel duidelijk.
Het ging vervolgens snel en een paar weken later hadden we het koopcontract getekend. Geen seconde spijt van gehad. En misschien moest ik dat afgelopen maandag ook wel even wegslikken. Doen we er wel goed aan? Ons paradijs aan de dijk verkopen? Je woont er met zoveel plezier. Het is al vaker gezegd op deze plek.
Een van de redenen van ons vertrek werd echter deze week ook zichtbaar. Onze oudste dochter verhuisde afgelopen weekend. Naar Utrecht. En de jongste van de tweeling tekende het huurcontract van de studio, die ze in februari gaat betrekken. Het wordt echt wat stil in huis. Voor ons mede aanleiding om het Vogelnest toch achter ons te laten.
Op weg naar kerst brengt Irene het huis weer in kerstsferen. Iets minder uitbundig dan te doen gebruikelijk, maar het vult toch ook wel een beetje de leegte die het vertrek van onze dochter(s) met zich meebrengt. Terwijl ik deze blog schrijf luister ik naar het Weihnachtsoratorium van Bach. Voor mij een van de mooiste muziekstukken die er bestaat.
In gedachten verzonken, laat ik de week nog eens aan mij voorbij gaan. Het was druk op de dijk. Veel kijkers. Op Funda (het huis staat er nog geen week op) is ons huis al meer dan 10.000 keer bekeken en er zijn ook veel bezichtigingen geboekt. Wij verkopen het in de wintertijd en misschien is dat niet de meest logische periode: geen paardjes in de wei, geen bloemenzee rond de vijver, wandelen door de drassige en wat zompige tuin, aan de rand van de dag wat somber gelegen onder aan de dijk. Maar... nog steeds een heerlijke woning om te zijn. En als je goed onder de herfstbladeren in de borders kijkt, zie je alweer het eerste groen van de ontkiemende bloembollen. Een teken van de lente, terwijl de winter nog moet beginnen. In die zin past dat oratorium misschien wel bij deze periode en het feit dat het huis te koop staat. Er zit gewoon muziek in..... hoe mooi is dat eigenlijk?
Wil je ook eens op Funda kijken? Dat kan via deze link